Rijen CD’s, langspeelplaten en cassettebandjes, boeken, partituren vulden mijn slaapkamer toen ik als begin twintiger thuis woonde. Opera’s staan meestal op twee of meerdere schijfjes die weer in doosjes werden verkocht.
In plaats van op vakantie gaan spaarde ik met mijn bijbaantjes in de supermarkt en vakantiewerk om al die schatten te kunnen verzamelen en om concerten te bezoeken. Dat ging verder toen ik als twintigplusser op kamers in hartje Amsterdam ging wonen, dat was in 1996.
Mijn liefde voor muziek specifiek hier de klassieke muziek, in het bijzonder de opera’s van Wagner wilde ik graag delen met vrienden en medestudenten theologie. Zo bezochten we Wagneropera’s in het Muziektheater in Amsterdam. Op mijn studentenkamer aan het Singel schuin tegenover de Dominicus-kerk hield ik voor een groep geïnteresseerde theologiestudenten en vrienden introductieavonden in mijn studentenkamer aan het Singel in hartje Amsterdam. Zo wilde ik graag het werk van Wagner toegankelijker en vooral ook wat doen aan allerlei vooroordelen rondom opera. Vertellen en vooral luisteren met een groep mensen naar muziek is heerlijk om te doen. Groeien in de muziek. Het samen binnentreden van een wonderbare en emotionele klankwereld.
Of het nu ging om Die Meistersinger von Nürnberg of Parsifal of de vier delen van de Ring-cyclus, er was steeds een luisterend en welwillend oor. Ik weet nog hoe werd gereageerd op de opening van de opera Das Rheingold, het eerste deel van het vierluik Der Ring des Nibelungen:
Het zachte brommen, de lage Es-klank, in de contrabassen, de hoorns die een ladder beklimmen. Het licht lokt steeds meer weg wat in het donker zit. De golven van de Rijn in de klaterende violen. Het koper dat het zonlicht begroet – samen hier naar luisteren kan een spirituele ervaring zijn.
Okay, down to earth: er waren niet alleen vooroordelen tegen opera en klassieke muziek, ook de componist Wagner was omstreden. Op de universiteit was naast een welwillend oor ook kritiek: “Waarom luister je naar muziek die Adolf Hilter aanbad?”
Adolf Hitler was nogal idolaat van de muziek van de componist Richard Wagner: De componist heeft diverse antisemitische uitlatingen in geschrift gedaan die in mijn ogen afdoende zijn besproken in de wetenschappelijke literatuur. Daarmee praat ik niets goed, wel ben ik me daarvan bewust en neem ik afstand van abject antisemitisme.
Onlangs is op de Duitse televisie een interessante documentaire gemaakt over het waarom van Hitlers fascinatie voor Wagner:
Daarnaast had Wagner had ook bijzondere persoonlijke trekjes . Hij was niet gemakkelijk in de omgang.
Ik weet voldoende van alle soms erg polariserende discussies waar nuance vaak het eerste afhaakt. Ik heb in deze blog vooral oog voor de kunstenaar Wagner.
Wat gebeurt er nou als je samen gaat luisteren naar muziek en in dit geval naar opera en daadwerkelijk naar het theater gaat om het werk van Wagner te ondergaan en te genieten? Dát was nou het leuke: juist door wat van de opera te luisteren, wat context te proeven en het binnengaan van het theater met live-spel, dat deed allerlei vooroordelen wegsmelten. Natuurlijk, de meesten die met mij meegingen hadden wat cultuur geschoven en een gezellige avondje uit, sommigen hebben het operavirus in de aderen gekregen.
Wagner weet van wanten wat betreft componeren, zo laat hij het publiek naar huis gaan met dit slot van de opera Das Rheingold, over the top muzikaal heel sterk – de goden betreden te midden van poespas een lege huls. Ze naderen hun einde zonder dat ze het weten:
De gelegenheid om naar de opera te gaan en dan met name de werken van Wagner te zien heb ik dus (zeer) regelmatig genomen. Wat wil je, met een CJP in die tijd, kon je voor een prikkie veel zien. In het theater dat Richard Wagner zelf heeft laten bouwen bij de Duitse stad Bayreuth heb ik dat voorrecht nog niet mogen smaken. Naast de enorme wachtlijsten die er zijn vol belangstellenden uit alle hoeken van de wereld, zijn de tickets ook niet echt goedkoop.
Dat heeft me niet weerhouden om wél een bezoekje aan het theater van Wagner te brengen. Heerlijk toeristisch. Ik wilde heel graag de zaal zien en ‘voelen’ waar de opera Parsifal in wereldpremière is gegaan, waar Wagner zelf heeft rondgelopen en gedirigeerd.
12 Jaar later na de Parsifaluitvoering in het Concertgebouw in 1992 (klik hier), ruim klaar met de theologie-studie 2001 en sinds drie jaar predikant zette ik eindelijk voet in het Festspielhaus op de Grüne Hügel bij Bayreuth.
Dit theater heeft Wagner geheel naar eigen smaak en inrichting laten bouwen met grootse financiële hulp van vriend en koning Ludwig II van Beieren. In 1871 werd de eerste steen gelegd waarna in 1876 het theater feestelijk in gebruik is genomen met de wereldpremière van Der Ring des Nibelungen.
Tijdens de zomer was en is het Festspielhaus in gebruik voor de beroemde en jaarlijks terugkerende Bayreuther Festspiele. Zo ook dit jaar 2022, een impressie:
Hoewel dus alles was uitverkocht, kon ik heel toeristisch met een meute anderen deelnemen aan een rondleiding. Alleen al van buiten vind ik het theater dat door Wagner is bedacht en ingericht met behulp van een steengoede architect, een plaatje op te zien.
Eenmaal binnen in grote zaal valt gelijk wat op: de stoelen zijn eenvoudig. Om daarop uren te moeten zitten, dat vergt nogal wat van de bezoeker. Dus de doorgewinterde bezoeker neemt een kussen mee. Verder: de orkestbak is niet te zien. Een grote grijze rand als van een ruimteschip schermt het de zaal af van het orkest. Slecht een kleine kloof tussen zaal en toneel zien we.
Is dat nou zo uniek? Wagner is de uitvinder van de verlaagde orkestbak. Hij wilde niet dat het publiek werd afgeleid door het gezwaai van de dirigent of het blinkende koper. Door de fenomenale akoestiek (althans daar getuigen goede geluidsopnames van) van de zaal en het onzichtbare orkest wordt de kijker naar het toneel gezogen en opgenomen in de handelingen op het toneel.
Omdat dat effect te versterken had Wagner ook nog een ander idee: alle zaalverlichting moest gedoofd worden. Als je weer in het theater zit en de lichten gaan uit, dan weet je nu wie dat bedacht heeft….
Niet alleen in de zaal heb ik rondgelopen, ook mocht ik op het, toneel rondlopen en ín de orkestbak. Dat vond ik wel heel bijzonder. De dirigentenstoel heb ik van dichtbij bekeken en zelfs op gezeten. Topdirigenten als James Levine, Daniel Barenboim, Christian Thielemann en Pierre Boulez hebben hier staan zwaaien.
Toen ik zelf op de stoel zat, had ik een geweldig zicht op hoe de orkestleden zitten in de bak die trouwens redelijk steil naar beneden loopt. Ik kan me voorstellen dat in deze contreien flink wordt gezweet als midden in de zomer de opera’s worden uitgevoerd.
Hier een voorbeeld van hoe het orkest klinkt in de orkestbak met de begintonen van de wereldberoemde Walkúrenritt uit de opera Die Walküre:
Niet alleen heb ik het theater bezocht. Ook het woonhuis van de componist waar hij met zijn gezin woonde, Wahnfried, heb ik van binnen kunnen bekijken. Het huis is aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Amerikanen voor een groot deel verwoest. Daarna weer hersteld en is het huis een museum geworden dat tot aan vandaag een rijke collectie bevat.
Een foto-impressie uit 2004:
De foto’s die ik zelf gemaakt heeft zijn inmiddels bijna 18 jaar oud. Ik was toen begin dertig en vol van de muziek van Wagner en van het bezoek aan deze twee bijzondere plekken. Het is dus een tijd geleden dat ik daar in Bayreuth ben geweest. Echter, de muziek van Wagner maakt nog steeds veel los in mijn ziel. Op de website last.fm staat Wagner als componist bovenaan van meest afgespeelde artiest, klik hier.
De opera Parsifal is het meest beluisterd door mij, in mijn vorige blog heb ik meer over deze opera geschreven. Ik vind het aardig om nog wat andere fragmenten uit het oeuvre te laten horen.
Uit de opera Tristan und Isolde gloeit en broeit de liefde tussen deze twee hoofdpersonen. Ze zijn op weg naar versmelting met elkaar tot het moment dat ze bruut gestoord worden. Luister vooral naar hoe de muziek zwelt en zwelt en tot een hoogtepunt komt. De componist verlegt in deze opera de bakens van de klassieke muziek waar het gaat om akkoorden, orkestrale kleur en gedurfde chromatiek:
Of wat te denken van dit fragment uit de opera Die Meistersinger von Nürnberg waar de bewoners van de stad zich gereedmaken voor een feest vol muziek, zang en dans:
Tot nu toe heb ik vooral geschreven over popmuziek, klassieke muziek, Parsifal van Wagner en Bayreuth. Echter, ik heb nog weinig gezegd over muziek uit religieuze en spirituele hoek laat staan iets over het ontstaan van muziek. De oudste wortels van de muziek hebben een belangrijke link met hogere machten. Ik heb eerder het woord sonotheologie gemunt. Simpel gezegd: is in geluid ook iets van God te vinden, te benoemen, aan te wijzen. Kun je over God spreken waar het gaat om muziek?
Robert-Jan van Amstel, 30 juli 2022
Mijn liefde voor muziek – deel 1 (popmuziek), klik hier
Mijn liefde voor muziek – deel 2 (klassieke muziek), klik hier
Mijn liefde voor muziek – deel 3 (Parsifal van Wagner), klik hier
Mijn liefde voor muziek – deel 5 (sonotheologie), in voorbereiding
Overige delen – in voorbereiding
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.