Kort verslag 1e bijeenkomst bijbelstudie “Post van Paulus”, september 2011
We hebben het eerste hoofdstuk uit de oudste brief van Paulus in de nieuwtestamentische canon gelezen: 1 Tessalonicenzen 1. Geschreven in het jaar 50/51 nC ten tijde van Paulus’ verblijf in Korinte; zijn tweede zendingsreis. Deze eerste, bewaard gebleven brieven van Paulus in de bijbel zijn ouder dan de evangeliën waarvan Marcus het oudste is, dan Matteüs, Lucas en als laatste Johannes.
N.a.v. de lezing uit 1 Tessalonicenzen 1 heb ik de deelnemers gevraagd om door de bril van Paulus te kijken en een brief te schrijven aan de christelijke gemeente te Barendrecht. Heel diverse beelden omtrent Paulus en de gemeente waar wij deel van uit maken, kwamen boven drijven: de adviserende Paulus over hoe gemeente te zijn, hoe de jeugd te betrekken in de gemeente, hoe mensen met elkaar omgaan, de bijbelstudiegroep; de bemoedigende Paulus, om vooral door te gaan gemeente te zijn in deze samenleving; de theologische Paulus die ons waarschuwt de afgodsbeelden te verwijderen uit de gemeente (dwaalleraren; de afgoderij in de samenleving als voetballerij, consumentisme, BN’ers etc.); de verkondigende Paulus die graag wil dat de gemeente Jezus Christus centraal stelt, dat Jezus meer is dan enkel een goed mens en voorbeeld “Hij is de Zoon van God. Hij heeft de dood overwonnen”; de verbindende Paulus: zoek elkaar op als één gemeente van de Heer, niet langer apart als gereformeerd en hervormd. Blijf elkaar zien en ontmoeten.
De bronnen die Paulus heeft gehad was naast zijn roeping door Jezus zelf, op de weg naar Damascus, de overgeleverde verhalen en teksten en woorden van discipelen van Jezus zoals Petrus en de broer van Jezus, Jakobus.
Paulus heette eerste Saulus en is geboren in Tarsus, Cilicië (nabij het Taurusgebergte; zou hij nu zijn geboren dan was Turks geweest). Geschat wordt dat hij ergens 4 of 5 vC geboren is; hij was dus iets ouder dan Jezus. NB. hij heeft deze Jezus hoogstwaarschijnlijk nooit ontmoet en gesproken, ook al is Paulus verscheidene malen in Jeruzalem geweest in het kader van zijn opleiding.
In Tarsus wordt hij naast leerbewerker en tentenmaker, opgeleid tot Farizeeër. Hij raakt daar zo bevlogen in, dat hij alles wat tegen de Thora van God ingaat, alles wat het dagelijks leven vervuilt, bederft en ontheiligt, dat hij radicaal schoon schip maakt. Van de eerste christenen moest Saulus niets hebben (de zgn. militante vleugel van het farizeïsme). Hij wilde niet inzien, dat Jezus, zoals de eerste christenen dat zeiden en uitdroegen, de messias is die de door God gedane belofte van definitief herstel van het volk Israël heeft ingeluid. De Messias zoals deze is aangekondigd in het Eerste/Oude Testament, moet voor Saulus nog komen. Christenen zijn mede daarom raddraaiers in de ogen van Saulus. In Handelingen 8, vers 1 t/m 3 en Hand.9,1 horen we over Saulus die de vervolging van de christenen goedkeurt en stimuleert.
Omdat Saulus zelfs van de hooggeleerde wetsleraar Gamaliël (Hand.5,34 e.v.) les heeft gehad, staat hij op dat moment in hoog aanzien en wordt hij eropuit gestuurd om zelfs christenen te arresteren in het Syrische Damascus; het is dan ongeveer 32/33 nC, een paar jaar na de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus. Op de weg daarnaar toe wordt Saulus geroepen door Jezus: “Waarom vervolg je Mij?” (Hand.9, vers 4). En hij krijgt de opdracht om te gaan getuigen van Jezus. S(P)aulus dient mensen te brengen vanuit de duisternis het licht in (Hand.26,16-18), vanuit de macht van Satan naar God.
Opvallend is bij het zien van de tijdtabel dat er een lange periode van ongeveer 13 à 14 jaar zit tussen de roeping van Paulus en zijn eerste daadwerkelijk gemaakte zendingsreis. Waarschijnlijk heeft Paulus zich na deze allesovertreffende ervaring met Jezus zich willen inlezen, willen studeren, zoeken naar verbanden in de Hebreewse bijbel die hij kende in de Griekse vertaling (Septuaginta; Paulus de Griekse vertaling van het Oude/Eerste Testament in zijn brieven). Ook wilde hij geld sparen voor een goede uitrusting, want hij ging niet voor een tiendaagse onderbreking op pad. Daarbij had hij te werken aan goodwill in Jeruzalem, want de hardvochtige Saulus had zijn sporen achtergelaten in de christelijke gemeenschap in Jeruzalem. Nu ineens is deze Paulus worden… Een zekere gewenning was dus nodig.
Paulus wint het vertrouwen en mag met apostel Barnabas mee, de zending in. Dit wordt voor Paulus de eerste zendingsreis. Vooral beziggeweest met kennismaking van andere christenen van reeds eerdere gestichte gemeentes. Ook heeft Paulus samen met Barnabas gemeentes gesticht. Verscheidene malen diverse tegenstand gehad vanuit “de Joden” zoals we kunnen lezen in het boek Handelingen – de Joden die eigenlijk eerst hoogstverbaasd waren van deze plotselinge ommezwaai van Paulus, worden nu vooral geïrriteerd door Paulus’ preken in de synagogen. Paulus schiet onder de duiven van Joden – logisch, want de joodse gelovigen leven met de verwachting van de komst van de messias en die komt Paulus verkondigen. Het brengen van het evangelie is niet in je eentje te doen, daar heb je hulp bij nodig. Naast het vertellen van het evangelie van Jezus de Christus (=Messias) leidt Paulus mensen op om hetzelfde te doen als hij – Paulus zocht verbinding in de gemeenten, maar ook mensen die trouw blijven aan de boodschap van het Evangelie. Dergelijke voorgangers door Paulus en andere apostelen opgeleid, moesten garant staan voor heldere verkondiging in de gemeenten, de huisbijeenkomsten en zorgen dat vreemde elementen (dwaalleer, ontucht, etc) buiten de gemeenschap blijven.
Met elkaar hebben we de kaartjes bekeken welke route Paulus is gegaan tijdens de drie zendingsreizen. Hij heeft zo’n 16.000 kilometer gereisd, per voet, per kameel/ezel, per boot. Hij heeft diverse gemeentes verscheidene keren bezocht. Zijn brieven zijn duidelijk resultaat van concrete vragen en noden van de bezochte gemeentes of waar hij van gehoord heeft.
De routes die hij ging waren vooral handelswegen samen met karavanen of een groep mensen. Nooit alleen. De Romeinen hadden een reis-eenheid, steeds om de 1600 meter was een paalt neergezet, een mile had je dan afgelegd.
Om nader grip te krijgen wat Paulus nu bewoog, wat de hoofdreden is geweest en welke tegenstand hij zoals heeft ervaren, hebben we samen Handelingen 26 gelezen. Lucas is de naamgever van het 3e evangelie in het Nieuwe Testament en auteur van het boek Handelingen. Lucas is ooggetuige geweest en reisgenoot geweest van Paulus op het moment dat Paulus vanuit Troas de oversteek gaat maken naar het Europese vasteland (Handelingen 16; let op de verandering van de zij-vorm naar de wij-vorm).
Aan het einde van de 3e zendingsreis wordt Paulus door de Joden voor het Sanhedrin (tribunaal van rechts- en torageleerden) gedaagd. Vanuit daar wordt hij naar Caesarea gebracht, want Paulus heeft zich beroepen op de keizer (Hand.25,11). Eerst voor de koning, de jood Herodes Agrippa I (kleinzoon van Herodes de Grote) moet Paulus zich verantwoorden. Die door Lucas opgeschreven tekst van Paulus straalt van de energie en enthousiasme van Paulus. De retorische vraag in Hand.26,8 houdt de gemoederen tot aan vandaag 2011 bezig.
Als groep hebben we ons ook met de vraag beziggehouden: zoals Paulus zich als christen presenteert en uitspreekt, hoe ervaren wij dat zelf in ons dagelijks leven? Wat is christen-zijn nu eigenlijk? Wat betekent het brengen van iemand vanuit de duisternis naar het licht eigenlijk? Of van Satan naar God?
Volgende keer, november 2011, lezen we uit de oudste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen. Ook gaan we kijken naar een aantal belangrijke theologische speerpunten van Paulus.
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.