Collectie-in-opbouwfase “Omtrent geloof”, teksten die ik in de periode 2008-2010 heb opgenomen in het kerkblad Klankbord van de Protestantse Gemeente Barendrecht. Sinds 2012 put ik af en toe uit dit archief voor de kopij in Kerkklanken van de Prot. Gemeente Zunderdorp (PKN) en in Monitor, het blad van de Stichting Diensten-met-Belangstellenden. Of ik gebruik deze teksten voor de prediking. Want goede voorbeelden worden beter onthouden dan een betoog 😉
45.> Omtrent geloof: “Op weg met God”
Als het avond wordt
vertrouw dan op de nieuwe morgen.
Als je boos bent
deel met iemand je zorgen.
Als je blij bent
verbreid overal je vreugde.
Als je alleen bent
zoek kracht in jezelf.
Als je leiding geeft
doe het dan met liefde.
Als je ongelukkig bent,
zoek dan licht
in de ogen van een ander.
Als je zo je weg gaat,
dan ga je
dan gaan wij
met God…
(uit: JOP COACH Magazine. Tijdschrift voor Jeugdwerk, januari 2010, nr.1, p.48)
Opgenomen in Klankbord, maart 2010
44.> Omtrent geloof: Plooibaarheid
“Geloven is de plooibaarheid die de verrassing kan aanvaarden.”
Citaat uit: M. Blom, Als woorden tekort schieten, Zoetermeer 2003, p.109
Opgenomen in Klankbord, maart 2010
43.> Omtrent geloof: De drie zeven
Hoe kun je afrekenen met de gewoonte te lasteren en te roddelen?
Op een morgen wandelt de Griekse filosoof Socrates door de stad Athene. Er komt een man naar hem toe en zegt: “Socrates, ik moet je iets vertellen over je vriend die…” Socrates valt hem in de rede en vraagt: “Gaat je boodschap al door de drie zeven?” De man kijkt verbaasd met omhooggetrokken wenkbrauwen: “De drie zeven?”
“Ja, de drie zeven”, antwoordt Socrates, “de eerste zeef is de waarheid. Weet je zeker dat het wáár is wat je zeggen wil?”
De man bloost: “Nou, zeker, nee, dat niet, maar ze zeggen het…”
Socrates vervolgt: “Dan gebruik je vast de tweede zeef. De zeef van het goede. Is het iets goeds wat je over mijn vriend wilde vertellen?”
De man aarzelt: “Iets goeds? Nee, integendeel…”
Socrates kijk meer en meer bedenkelijk: “Dan gebruik je toch wel de derde zeef? Is het noodzakelijk dat je dit aan mij vertelt?”
Ook dat ontkent de man, al is het wat schoorvoetend.
“Wel”, zei Socrates, “als dat wat je me wilt vertellen niet waar is, niet goed is en niet noodzakelijk is, vergeet het dan en belast mij er niet mee. Goedemorgen!”
(uit: dr A.F. Troost, Prijs je gelukkig, Boekencentrum 2005, p.31)
Opgenomen in Klankbord, februari 2010
42.> Omtrent geloof: Geen tweede bezoek
“Als je weet dat je leeft, vind dan het essentiële van het leven. Het leven behoort tot de soort bezoekers die je geen tweede keer bezoekt”, aldus Kabir, een Indiase mysticus, eind 15e eeuw.
Opgenomen in Klankbord, februari 2010
41. > Omtrent geloof: Houden van het leven
Houden van het leven betekent houden van de kwetsbaarheid ervan. Het leven vraagt zorg, leiding en aandacht.
Kwetsbaarheid is een kenmerk van het leven en de dood. Hoe kostbaar en kwetsbaar ons leven is, zie je aan een pasgeboren baby of aan iemand die stervende is. Vergeet nooit dat het leven broos is.
Vergeet het vooral niet in die periodes van je leven waarin je invloed, succes en bekendheid hebt.
Woorden van Henri Nouwen, priester, 1932-1996
Bovenstaande tekst is opgenomen in Klankbord, januari 2010
40.> Omtrent geloof: “Ondersteboven”
In zijn prachtige tekst over de ‘tweede’ van de drie kardinale deugden van het christendom, Geloof, Hoop en Liefde, roept de Franse schrijver Charles Péguy (1873-1914) het beeld op van de hoop die als klein meisje tussen haar twee grote zussen loopt, haast verborgen tussen hun ruisende rokken. Tussen haar twee grote zussen Geloof en Liefde in lijkt het, of zij zich voortrekken laat. Maar wie goed kijkt ziet dat het net andersom is: zij is het die de twee grote zussen vooruit helpt. Zij, het kleine meisje ‘Hoop’, die bij al wat tussen mensen leeft, en al hun heen en weer geloop, licht en richting geeft.
“Wat Mij het meest bij de mensen verbaast”, laat Péguy God zeggen, “is de hoop. De mensenkinderen, ze zien toch wat er in de wereld omgaat en ze geloven dat het morgen omslaat. Ze zien hoe het in de wereld toegaat. En toch geloven ze dat het morgen beter gaat. Ja, dat is wel het grootste wonder van mijn genade. Daarvan ben Ik ondersteboven.”
(geciteerd uit: ds M. van der Kooi, Christelijk Weekblad, nummer 52, 25 dec. 2009, p.3)
Opgenomen in Klankbord, januari 2010
39.> Omtrent geloof: Kerst kan niet zonder Pasen
De kerkelijke traditie zet ons, als we kerstfeest vieren, op een spoor van vreugde en ernst. Nog vóór Epifanie komen in de orde van het kerkelijk jaar de gedenkdagen van de eerste martelaar, Stefanus, en van de ‘onnozele kinderen’, de kinderen van Betlehem die vermoord zijn door Herodes. Deze ernst en dit besef van risico kunnen het kerstfeest voor louter sentimentaliteit behoeden, omdat ze nodigen tot een engagement dat verder gaat dan alleen feest vieren, maar dat hoopvol risico’s durft te nemen. Het kerkelijk jaar gaat via Goede Vrijdag door naar Pasen. Pasen, en niet kerstfeest, is uiteindelijk het kernfeest van het christelijk geloof. Jezus is opgegroeid tot een mens die de tegenbeweging tegen de ontmenselijkende machten inzet. Daarom wordt Hij vermoord. Maar God wekt Hem op: zijn levensweg, zijn levenskeus wordt door God bevestigd en loopt niet dood. Alleen vanuit dat inzicht is de oude kerk de geboorte van Jezus gaan vieren. Dat deze geboorte iets bijzonders was, is een inzicht dat vanuit Pasen doorbreekt. Kerstfeest vieren is daarom eigenlijk alleen zinvol als je het hele verhaal wilt meemaken, tot het einde dat niet bitter is.
(ds D. van Kampen, studentenpredikant in Rotterdam en verbonden aan de Protestantse Gemeente Rotterdam-Centrum in zijn boekje “Kerstfeest vieren. Wat bijbelse verhalen ons vertellen”, Zoetermeer 1997, p. 92)
Opgenomen in Klankbord, december 2009
38.> Omtrent geloof: “Vuur…”
Gezien adventstijd en ons vooruitkijken naar het feest waar we de geboorte van Jezus Christus herdenken, vraag ik uw en jouw aandacht voor het onderstaande gedicht “Vuur gaat voor zijn aanschijn uit” (zie Psalm 97, vers 3) van ds Pieter Oussoren, de welbekende vertaler van de Naardense Bijbel uit 2004.
Ave Maria krijg ik niet over mijn lippen,
voor weesgegroetjes ben ik ongeschikt;
ook dweep ik niet met Mariekes
Marja’s en Mariannes.
Maar in elke stoere psalm
dank ik U, stem uit den hoge,
dat we hier op aarde
net aan de zee ontkomen,
voor zingen en spelen Mirjam kregen
en om Jezus heen
een klein meer van vrouwen
die Maria heten: moeder van Hem,
tante, zus, vriendin, bekeerlinge, genezene…
Zij weten wat het is
Hem te ontvangen en weer af te staan,
en nooit meer te vergeten
het vuur dat in Hem woedt
en door zijn huid heen schroeit.
Manhaftig vrouw, zo gaan zij voor
in dienstbaarheid aan Hem en aan het Rijk,
en steken ons steeds weer aan
met een lofzang op U,
stem uit den hoge,
stem uit het vuur.
(ds P. Oussoren in De Leede e.a., Mijn psalm. Gedichten, preken, getuigenissen, Zoetermeer 2009, p.27)
Opgenomen in Klankbord, december 2009
37.> Omtrent geloof: “Jezus/-zelf vinden”
Het boek van over Jezus (van filmmaker Paul Verhoeven) zegt misschien wel meer over Verhoeven dan over Jezus van Nazareth. Want wie laat de auteur te voorschijn komen uit de stofwolken van eeuwen, na het lezen van duizend boeken vol theologische touwtrekkerij? Jezus de getalenteerde, de grillige, gedreven kunstenaar, de rebel, de provocateur, een vat vol tegenstrijdigheden, stuk voor stuk eigenschappen die de afgelopen decennia veelvuldig zijn toegedicht aan Paul Verhoeven zelf. ‘Er is wel eens gezegd, dat iedereen de Jezus vindt die hij wil vinden,’ zegt de filmmaker. ‘Misschien is dat wel waar.’
(slot van het interview met Paul Verhoeven door Thijs Boer in het weekblad Elsevier, 13 september 2008, p.27)
Opgenomen in Klankbord, november 2009
36.> Omtrent geloof: Tieners en één in Christus
“Ik zie dat tieners in mijn kerk grote behoefte hebben aan antwoorden op vragen zoals: hoe kan ik leven, wat is nu de waarheid, waar kan ik me aan vasthouden? Op dergelijke vragen vond ik mijn eigen tienerjaren in mijn kerk geen antwoord. Later ben ik teruggegaan en ontdekte ik dat er in de kerkelijke traditie veel rijkdom zit, maar die was niet tot mij doorgedrongen. Dan moet dat dus anders gepresenteerd worden.
Laten we gevarieerde vormen zoeken en ons afvragen hoe we bepaalde doelgroepen benaderen. Jongeren dienen anders aangesproken te worden dan de ouderen, voor die groep kies je een totaal andere benadering. Als je daar niet goed mee omgaat, kan het een probleem worden. Het is belangrijk dat we ons daarvan bewust zijn. We moeten af van een standaardvorm, zonder daarin door te schieten. Laten we geen eenheidsworst aanbieden, maar verscheidenheid, variatie, met daarbij tegelijkertijd het besef dat we één zijn in Christus.”
(ds Arenda Haasnoot (*1973), predikante, geciteerd uit Wij kiezen voor vrijheid, Deventer 2009, p.74)
Opgenomen in Klankbord, oktober 2009
35.> Omtrent geloof: Afweerstoffen
Een geloof zonder twijfels is als een menselijk lichaam zonder afweerstoffen.
(uit: T. Keller, In alle redelijkheid, Franeker 2008, p.14)
Opgenomen in Klankbord, oktober 2009
34.> Omtrent geloof: De trouwe bezoeker
Parijs. Elke dag op de middag komt een oude zwerver de kerk binnen en stapt een minuut later weer buiten. De koster vindt dit vreemd en vraagt de man wat hij komt doen.
“Ik kom goedendag zeggen tegen Jezus.”
“Welk gebed bid je dan?”, vroeg de koster.
“Bidden kan ik niet. Ik zeg alleen: ‘Jezus, hier is Jim.’”
Enkele jaren later wordt de zwerver ziek en wordt opgenomen in een tehuis voor daklozen. Hij weet de sfeer er in te houden en glimlacht altijd.
Een verpleegster vraagt hem op een keer: “Hoe komt het dat jij altijd zo glimlacht?”
“Dat komt door het bezoek dat ik elke dag krijg.”
De zuster fronst: “Bezoek? Maar om hoe laat dan?”
“Elke dag op de middag.”
“En wie bezoekt je dan? Je vertelde me dat je geen familie meer hebt.”
“Dat is waar. Ik krijg bezoek van Jezus”, zei de zwerver.
“En wat zegt Jezus dan tegen jou?”
“Niet veel… Alleen maar: ‘Jim, hier Jezus.’”
(geciteerd in R. Hornikx, Een handvol verhalen, Kampen z.j., p.102)
Opgenomen in Klankbord (Prot. Gemeente Barendrecht), september 2009 en in Monitor 2014 nr.4 (Stichting Diensten met Belangstellenden)
33.> Omtrent geloof: Ik
Een van mijn leerlingen op de middelbare school vroeg me eens of ik kon bewijzen dat er een God was. In plaats daarvan vroeg ik haar of zij een ‘ik’ had. Ze dacht een ogenblik na en zei: “Natuurlijk!”
“En is je ‘ik’ belangrijk voor jou?”, vroeg ik.
“Heel erg”, antwoordde zij.
“En waar zou je zijn”, zo drong ik aan, “zonder jouw ‘ik’?”
“In grote moeilijkheden.”
“Kun je bewijzen dat je een ‘ik’ hebt?”
Ze lachte. “Ik begrijp wat u bedoelt.”
(uit: J. Kushner, Langs de Jakobsladder, Baarn 2002, p.141-142)
Opgenomen in Klankbord, sept.2009
32.> Omtrent geloof: Inzicht
Hoe dieper ons inzicht, hoe meer we geneigd zijn te zwijgen.
(A.J. Heschel, In het licht van zijn Aangezicht, Utrecht 2000 (1954), p. 46)
Opgenomen in Klankbord, aug. 2009
31.> Omtrent geloof: Goudstof
Hij volgde iets onzichtbaars met zijn ogen.
“Wist u dat er goudstof was, hier in de kamer?
Nee, dat wist u niet, hè?
Dat kunt u ook niet zien, u zít verkeerd.
U zou uw hoofd even op mijn kussen moeten leggen.
Dan kan ik het u laten zien.
Kom maar. Nee, wees maar niet bang, ik doe u niets”.
In zijn ogen zie ik een glimlach. Ik sta op.
En voorzichtig, om niet in de war te komen met de slangetjes van zijn infuus,
leg ik even mijn hoofd naast het zijne op het kussen.
Van achter de huizen, aan de overkant van de straat,
vallen stralen van de late middagzon de kamer in.
En ik zie ze. Gouden stofjes in een glanzende dans.
Even blijf ik waar ik ben.
Dan ga ik weer zitten.
“Weet u wat zo wonderlijk is?
Ik lig hier nu al ruim vier weken.
Het duurt lang.
En ik weet niet of ik nog terug kan naar huis.
De verzorging wordt te zwaar voor mijn vrouw.
Maar bijna elke dag is het er even.
Er waren zoveel dagen met wolken.
En dan lag ik er toch op te wachten.
En u zult het misschien niet geloven.
Soms was het ook maar nauwelijks een minuut.
Maar het wás er. Goudstof. Hier in mijn kamer.
En even later kon het alweer regenen.”
Hij sluit zijn ogen.
Ik kan zien dat hij moe is.
En met zijn ogen dicht zegt hij,
“Kent u dat lied ‘Gij zijt in glans verschenen…’?
Nou, zoiets.”
(van: Margreet Spoelstra, dichter en liedschrijver; bron: www.spoelstra.nu)
Opgenomen in Klankbord, juli 2009 (Prot. Gemeente Barendrecht) en in Monitor (Stichting Diensten met Belangstellenden) 2015, nr.2 (zomeruitgave)
30. > Omtrent geloof: Aankloppen
Hallo zeggen, welkom heten,
proberen of je lief kan hebben.
Dat is ontdekken dat die harmonie
telkens anders dan verwacht is.
Binnenkomen, aandacht geven,
je leven instellen op samen zijn,
doe je niet in een tijdloze ruimte.
Dat heeft veel te maken
met drukte, werk en mensen,
met inkomen, poetsen en koken,
met zorgen, verzorgen, nazorgen,
met op de bank vallen, effe rusten,
met hoe de week er uit ziet.
Liefhebben is een aanwezig zijn,
waardoor je laat zien wie we zijn,
gisteren, vandaag en morgen,
adem, waardoor leven op weg is
en soms God zomaar oplicht.
Mensen liefhebben, zien wat er gebeurt,
je laten raken door noden van mensen,
vergt je tijd, verstand, handen en hart.
Daarom zijn er mensen,
die in de voedselbank deelnemen,
die kleding aan elkaar doorgeven,
die generaal-pardonners huisvesten,
die voor drinkbaar water zorgen,
die in Exodushuizen meedoen,
die familieleden van zieken in ziekenhuizen opvangen,
die in het hospice stervenden begeleiden,
die bij ruzies bemiddelen naar vrede,
die zorgen voor een duurzame leefomgeving.
Gedag zeggen, hoi, je medemens zien,
heeft tijd nodig om te groeien,
om te leren, om te leven.
(bron: diaconie van SOW-gemeente De Krim, Drenthe)
28.> Omtrent geloof: “Waarvoor leef je?”
“Als je wilt weten wie ik ben, vraag me dan niet waar ik leef of wat ik graag eet of hoe ik mijn haar draag, maar vraag me in detail waarvoor ik leef en vraag me wat ik denk dat me ervan weerhoudt om voluit te leven voor datgene waarvoor ik leef.” (Th. F. Merton, 1915-1968; Franse monnik, een pionier van de interreligieuze dialoog)
Opgenomen in Klankbord, juli 2009
27. > Omtrent geloof: Frisheid
“Waar de Geest waait, komt de frisheid van het leven terug, daar komt zelf iets van het Paradijs waar twee welbekende mensenkinderen in de avondkoelte de stem van God konden verstaan. Dat stemgeluid mag de Kerk doorgeven.” (ds T.J. Oldenhuis, Gezamenlijk Kerkblad, 26 mei 2007, p.1)
Opgenomen in Klankbord, juni 2009
26. > Omtrent geloof: Waarom bent u christen?
Wat zou uw antwoord zijn op de vraag: “Waarom bent u (nog steeds) christen?”
(n.a.v. D.M. Lloyd-Jones, “Predikers en prediking”, Utrecht 1994, p.70)
Opgenomen in Klankbord, mei 2009
25. > Omtrent geloof: Smaakmaker
Op welke manier zijn wij als christen smaakmaker in deze soms smakeloze wereld?
(n.a.v. een proefschrift van ds J. van Holten, Rol & Roeping, Zoetermeer 2009, p.264)
Opgenomen in Klankbord, mei 2009
24. > Omtrent geloof: Mijn geheim
“Wij dragen aan zovele geheimen. Aan niemand worden zij duidelijk. Wie kent zijn geheimen? Welke andere mens kent die van ons? Wij dringen en draven, wij schuifelen en mieren door het leven. Wij geven onszelf de hand en hopen te genezen. Wij spreken over schuld en kruis, over dood en opstanding, over wereld en wederkomst. Soms, ineens, dringt de vergeefsheid en onomkeerbaarheid en de trieste ernst tot ons door. ’t Is alles veel meer waar dan wij weten. Vreemd, te leven in een leven dat nooit zijn geheimen afstaat. […], wij zijn van alles en nog wat: een middending tussen schijn en werkelijkheid, iets dat leeft tussen zonsop-en-ondergang, iets dat met de toppen de buitenzijde van ’t leven raakt. Niets is goed bewaard; niets is ongeschonden. Neen, ’t is alles waar. Maar weet ge wat veel meer waar is, wat volstrekt en eeuwig waar is? Dat ik met Christus gekruisigd ben; dat ik in Christus opgestaan ben; en dat ik dat geloof.”
(Citaat uit ds D. Tromp (1888-1948), Verbond tegen het lot, prekenbundel onder redactie van dr K.H. Miskotte, Amsterdam 1949, p.165)
Opgenomen in Klankbord, april 2009.
23. > Omtrent geloof: Opstanding uit de dood
‘Opstanding uit de dood’ is het meest concrete dat je met je leven kunt doen: in alle verbanden waarin je meeleeft – werkkring, gezin, relatie, school van je kinderen; maar ook deze Nederlandse samenleving, waarin het meest weerloze wordt wegbezuinigd, deze publieke opinie vol oprukkend racisme, deze dagelijks terugkerende gooi- en smijtmedia -, niet te dulden dat ook maar één mens gekleineerd, achteruitgezet, onderuitgehaald, op een hoop geveegd, in een hoek getrapt wordt.
Stel het je maar voor, of liever: kijk maar om je heen. Dus: niet harden wat dagelijks op grote schaal gebeurt. Soms kun je er iets aan doen, iets voorkomen, iets rechtzetten; en meestal kan je er tenminste ‘iets’ tegenover stellen, de kracht van de zorgvuldige aandacht, ook wel liefde genoemd. Waar dat gebeurt, gebeurt ‘opstanding uit de dood’.
(Citaat uit H. Oosterhuis, Hagepreken, Baarn 1987, p.84)
Opgenomen in Klankbord, april 2009
22. > Omtrent geloof: Komma achter God
“Geloven is: ervan doordrongen zijn dat het leven iets van jou vraagt, en dat áls er al een antwoord mogelijk is, je dat zelf bent. Ofwel: achter God staat nooit een punt, maar een komma. En achter die komma sta jij. Staan wij.”
Citaat uit: K. Hendrikse, Geloven in een God die niet bestaat, Amsterdam 2007, p.137
Opgenomen in Klankbord, maart 2009
21. > Omtrent geloof: Wat vraagt God van ons?
De bijbel is een antwoord op de allerbelangrijkste vraag: wat vraagt God van ons? Toch speelt deze vraag geen rol meer in de wereld. God wordt afgeschilderd als een portie vaagheid achter een sluier van ondoorgrondelijkheid en zijn stem is buitenaards geworden voor onze denkwijzes, voor onze harten, voor onze zielen. We hebben geleerd te luisteren naar het ‘ik’ behalve het ‘Ik’ van God. De hedendaagse mens kan zelfverzekerd verklaren: niets dierlijks is mij wereldvreemd, maar wel alles wat goddelijk is. Dit is de positie van de bijbel in het moderne leven: het is een schitterend antwoord, maar de vraag kennen we niet meer.
(Uit: A.J. Heschel, God zoekt de mens. Een filosofie van het jodendom, Amsterdam 2005 (origineel uit 1955), p.164)
Opgenomen in Klankbord, maart 2009.
20. > Omtrent geloof: “De weg”
Iemand vertrok te voet van huis om de wereld te verkennen. Maar na nauwelijks een uur gelopen te hebben, kwam hij bij een viersprong die hem dwong keuzes te maken. Hij koos voor rechtdoor, maar dat betekende dat hij de dalen rechts en links van hem niet kon bekijken. Daarmee was zijn wereld al een stuk kleiner geworden. Ook bij de volgende viersprong moest hij kiezen en daarna nog eens en weer eens.
Iedere weg die hij insloeg, iedere keuze die hij maakte, dwongen hem in een smaller spoor. Zo ging hij verder. Vele honderden wegen had hij links en rechts moeten laten liggen, vele duizenden mogelijkheden had hij onbenut gelaten.
Tenslotte was er nog maar een klein stukje te gaan. Zijwegen waren er niet meer. Hij kon nog maar één kant op. Aan het eind van de weg gekomen, keek hij om zich heen en merkte tot zijn verbazing dat hij op een bergtop stond. De hele wereld kon hij overzien, ook de gebieden die hij niet had bezocht…
Pas wanneer je omkijkt, bemerk je wanneer je echt vooruit bent gegaan.
(Anonieme schrijver; geciteerd uit Aart Mak, Met stomheid geslagen?, Zoetermeer 2006, p.121)
(opgenomen in Klankbord, februari 2009)
19. > Omtrent geloof: Schildpad
De eerste christenen werden mensen van de Weg genoemd (zie Handelingen 9, vers 2). Waarmee kun je dat vergelijken? Je kunt het vergelijken met een schildpad. Een schildpad moet zijn nek uitsteken om vooruit te komen. Een schildpad kan niet achteruit lopen. Waarschijnlijk heeft de schildpad meer genoten van de weg dan de haas. Ofwel: zijn we bereid onze nek uit te steken en ons kwetsbaar op te stellen om te kunnen zeggen waar we voor staan als gemeente van Christus? En: zijn we verder gekomen met wat ons voor ogen stond én staat, als gemeente en als individu?
(Bron: R. Hornikx, Een handvol verhalen, Kampen 2006, p.101; opgenomen in Klankbord (Barendrecht), februari 2009)
18. > Omtrent geloof: Vergeving
“Wie is God? Deze, die met de rebellen en de idioten, met de sufferds en de stiekemerds, met al die heimelijk vertwijfelden een nieuw begin heeft gemaakt, eenvoudig door onder hen te verkeren, ongenood, onbegrepen, als de Liefde. Verstaan wij wel: het is er verre van vandaan dat ‘de Liefde’ God is, maar het is ons, in Jezus Christus, zéér nabijgekomen dat God de Liefde is. Deze, deze Onvergelijkelijke, die niemand zich ooit ook maar één minuut werkelijk gedacht had en aan wie de duizenden zich in geen uur van hun leventje storen. Deze, om Hem gáát het, of liever: Deze, Hem gaat het om òns en om de wereld. Dat is het nieuwe verbond! […] Het nieuwe verbond is het geheim dat achter de verschijning van Jezus Christus schuilt. Het is het onuitsprekelijk geheim van Gods radicale vergeving”
(citaat van dr K.H. Miskotte uit zijn preek “De Uitkomst” in Verzameld Werk, deel 13, Kampen 2008, p.127 en 128; opgenomen in Klankbord, februari 2009)
17. > Omtrent geloof: Ieder mens een wonder
Of de mens het wil of niet, van nature is hij God nabij. Als hij eerlijk en realistisch is dan weet hij ten diepste dat hij zichzelf niet uitgevonden heeft of in leven kan houden. Slechts het niet-zijn is hem van nature eigen. De mens praat wel over zichzelf, zijn leven, zijn lichaam, zijn gezondheid. Hij doet net of iets van hem zelf is. Hij plant zijn leven en construeert een wereld waarin hij zich thuisvoelt en waarvan hij heer en meester is. Maar geen mens weet of hij morgenochtend nog wakker zal worden. Als iemand dit beseft dan weet hij dat zijn leven eigenlijk een onbegrijpelijk wonder is. […]
Ieder mens is een wonder op zich en je beseft dat Gods liefde door ieder van hen stroomt. Zo zie ik ook in onze huidige tijd mensen onverwacht door God worden gegrepen. Wanneer zij hierover aarzelend vertellen, tekenen zij een weg uit die voor vele anderen herkenbaar en zelfs begaanbaar blijkt te zijn. (uit: Theologisch Debat, december 2008, p.25; tekst van prof.dr. H.H. Blommestijn, onderzoeker van het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen en gespecialiseerd in mystieke literatuur en geestelijke begeleiding).
(gepubliceerd in Klankbord, januari 2009 en in Kerkklanken, oktober/november 2013)
16. > Omtrent geloof: eeuwig Kind
Het Rijk der hemelen lijkt op een vrouw die in verwachting was, maar toen het geboren was, bleef haar verwachting bestaan, zodat zij zich ten zeerste verwonderde. Zij staarde uren naar haar kind als het sliep én als het bezig was. En zij merkte steeds weer dat wat zij verwacht had, zich nog moest voltrekken aan haar kind. Naarmate haar kind ouder werd en zich aan hem steeds meer voltrok wat de moeder niet kon of wilde verwachten, naar die mate groeide in haar – door pijn en vreugde heen – de verwachting dat zij haar kind voor de eeuwigheid had gebaard. (Uit: R. Hornikx, Een handvol verhalen, Kampen 2006, p.171)
(gepubliceerd in Klankbord, december 2008)
15. > Omtrent geloof: Gods omhelzing
Het wezen van de liturgie is: de omhelzing van God door de mens. (Citaat van dr A.A. van Ruler, Nederlands theoloog, 1908-1970)
(gepubliceerd in Klankbord, december 2008)
14. > Omtrent geloof: aanstekelijk vertrouwen
“Als men mensen wil veranderen door over God te spreken, dan is er maar één weg: in plaats van God te leren, moet men God leven: men kan God alleen maar ‘leren’ zoals men de liefde of de lyriek leert: liefhebben leert men alleen door lief te hebben, dichten alleen door te dichten, geloven in God alleen door een aanstekelijk vertrouwen.” (citaat uit E. Drewermann, Geloven in vrijheid, p.57-58)
(gepubliceerd in Klankbord, november 2008)
13. > Omtrent geloof: invalshoeken
“Het is maar net hoe je tegen de dingen aankijkt. Vanuit de ene gezichtshoek gezien zeg je: ‘Schitterend, wat zit het leven toch mooi in elkaar, juist dankzij zoveel aan elkaar tegengestelde vormen en patronen!’ Maar vanuit een andere invalshoek kun je met met evenveel recht zeggen: ‘Ik begrijp er helemaal niets van en zou vanuit mezelf nooit op de idee komen dat achter deze wirwar en chaos een goede, liefhebbende Vader zou kunnen zitten. Waarom zou ik eigenlijk moeten geloven in een God, welke dan ook?’ Met andere woorden: geloof en ongeloof, vrede met het leven en verbittering erover, vreugde en wrok, het ligt heel dicht bij elkaar en soms heb je het gevoel dat het een bijzondere zegen is wanneer je in dit leven toch nog iets goeds weet te maken van het kwade waarvan de dagen vol kunnen zijn.” (Uit: dr A.F. Troost, Praten met Prediker, p.50)
(opgenomen in Klankbord, november 2008)
12. > Omtrent geloof: Hiëroglyfen
“Veel mensen zijn nog hiëroglyfen voor me, maar heel langzaam leer ik ze ontcijferen. Het is het mooiste wat ik ken: het leven bijeen lezen uit de mensen.” (Etty Hillesum, 1914-1943; Nederlands joods schrijfster, gestorven in Auschwitz)
(uit: Klankbord, oktober 2008)
11. > Omtrent geloof: Houden van het leven
“Houden van het leven betekent houden van de kwetsbaarheid ervan. Het leven vraagt zorg, leiding en aandacht. Kwetsbaarheid is een kenmerk van het leven en de dood. Hoe kostbaar en kwetsbaar ons leven is, zie je aan een pasgeboren baby of aan iemand die stervende is. Vergeet nooit dat het leven broos is. Vergeet het vooral niet in die periodes van je leven waarin je invloed, succes en bekendheid hebt.” (Henri Nouwen, 1996)
(uit: Klankbord, oktober 2008)
10. > Omtrent geloof: Een gezonde gemeente
“Ik ben van mening dat de belangrijkste factor voor gemeenten uit de eenentwintigste eeuw de gezondheid van de gemeente is, en niet de groei van de gemeente. Wanneer we ons alleen op groei richten, begrijpen we niet waar het om gaat. Wanneer gemeenten gezond zijn, groeien ze op de manier zoals God het wil. Gezonde gemeenten hoeven geen trucjes toe te passen om te groeien – ze groeien vanzelf. Paulus legde het als volgt uit: ‘[Christus is] het hoofd van waaruit heel het lichaam, gesteund en bijeengehouden door gewrichten en spieren, groeit zoals God dat wil’ (Kolossenzen 2, vers 19)” (citaat uit Doelgerichte gemeente van Rick Warren, p.15, gepubliceerd in 1995 (Nederlandse vertaling: 2003)).
(opgenomen in Klankbord, september 2008)
9. > Omtrent geloof: Uitroepteken
Wie vraagtekens zet achter het evangelie, kan de uitroeptekens achter de humaniteit niet overeind houden. (Okke Jager)
(opgenomen in Klankbord, september 2008)
8. > Omtrent geloof: Wat is liefde?
Liefde is dat je het leven niet haat als het huis instort. Liefde is wat? Voor wie? Voor het leven allermeest. Dat het doorgaat, ook als ik eruit val. Je sterft zonder gezien te hebben waar je op hoopte, maar je hoopt dat zij die na je komen het zullen zien. Liefde is een verzamelwoord, op het onzorgvuldige af. Liefde voor muziek? Liefde voor je partner, voor je kinderen. Allemaal verschillende liefdes, allemaal soms even onvoorwaardelijk en soms niet. God is liefde? Liefde is God? Onze vaderen in hun vreemde taal zeiden God, maar bedoelden liefde; zeiden hemel, maar bedoelden liefde sterker dan de dood; waar je ooit uitkwam waar je weer in mag als het gedaan is, bedoelden zij met hun groot verhaal. Wij zwijgen, fluisteren, hooguit in onze moedertaal. Geloven in God kan niet, als je niet gelooft in liefde; dat liefde kan, en de aarde zal vernieuwen. Dat heb ik van het grote bijbelse verhaal.
(Huub Oosterhuis in het boekje Geloof, Hoop en Liefde uitgegeven door de NCRV in 2002, p.61)
(opgenomen in Klankbord, augustus 2008)
7. > Omtrent geloof: hoe en wat
Wie een waarom heeft om voor te leven, kan bijna elk hoe verdragen. (Citaat van Friedrich Nietzsche, Duits filosoof, 1844-1900)
(opgenomen in Klankbord, augustus 2008)
6. > Omtrent geloof: Geloof als een klok
Telkens als ik naar de kerk ga en mij opnieuw laat dopen in het badwater van het Woord, mij laat meenemen in de ‘eucharistie’, de dankzegging, de lofzang van de gemeente en meebid in de voorbede voor de wereld en dan ook nog een duit in het zakje doe voor de nood van mijn naaste, weet ik weer: ik neem deel aan die wereldwijde protestbeweging die de chaos niet tolereert, maar met woord én daad zich verzet tegen alles wat het licht van Gods liefde niet kan zien. Dát is geloven: met de Schepper meewerken aan de tuin die Hij in gedachten heeft. … Je hebt het broodnodig: die zondagse momenten van gezamenlijke geloofsinning en geloofsuiting. In een afgelegen dorp was geen klokkenmaker. Geen klok gaf de juiste tijd aan. Velen zeiden: het is zinloos de klokken op te winden. Anderen bleven toch aan de gewichten trekken en aan de wijzers draaien, al wist niemand meer hoe laat het was. Toen er jaren later een klokkenmaker in het dorp kwam, kon hij alleen de klokken nog repareren die regematig waren opgewonden. De andere klokken waren verroest…
(opgenomen in Klankbord, juli 2008 en in Monitor, dec.2013; bron: dr A.F. Troost, Prijs je gelukkig, p.114-115)
5. > Omtrent geloof: Vergeving
“Vergeten is de dierlijke tegenhanger van leven in de vergeving. En vergeving is het uiterste tegendeel van vergeefsheid. Ja, dát is de keus: vergeving of vergeefsheid. Als wij weten van vergeving is het niet erg dat alles mislukt.” (Willem Barnard, Anno Domini. Dagboeken 1978-1992, p.333)
(opgenomen in Klankbord, juni 2008)
4. > Omtrent geloof: aardse dingen
“Niet uit de manier waarop iemand over God spreekt kan ik opmaken of zijn ziel door het vuur van de goddelijke liefde is heengegaan, maar uit de manier waarop hij over aardse dingen spreekt.” (Citaat van Simone Weil, Frans filosofe, 1909-1943)
(opgenomen in Klankbord, juni 2008)
3. > Omtrent geloof: 67%?
Een Britse natuurkundige en gelovig christen Stephen D. Unwin (zie ook de Engelstalige website: www.stephenunwin.com) heeft in 2004 een boek geschreven “De waarschijnlijkheid van God: een eenvoudige berekening die de ultieme waarheid bewijst”. De wiskundige kans dat God bestaat is, zo berekent hij, 67 procent, ofwel een afgeronde breuk 2 gedeeld door 3. Hij baseert zich op een rekenmodel uit de 18de eeuw. In de berekening richt hij zich met name op factoren als het bestaan van het kwaad en het lijden, de vrije wil, de aangeboren goedheid van de mens en verscheidene filosofische uitspraken en argumentaties die al dan niet het bestaan van God als onderwerp hebben. Nou, da’s mooi, natuurlijk: 67 procent kans dat God bestaat. Maar voor de volle 100 procent geloof ik dat God leeft.
(opgenomen in Klankbord, mei 2008; eigen tekst)
2. > Omtrent geloof
Het is stormachtig weer. Een jongetje van 5 is bezig een papier in de lucht te laten vliegen.
Zijn vader riep: “Wat doe je met die rommel?!”
“Dat is geen rommel, pap, dat is een brief aan God”, zei z’n zoontje, “die moet met de wind mee naar boven waaien.”
(opgenomen in Klankbord, mei 2008; bron onbekend)
1. > Omtrent geloof: “Van blijvende waarde”
Een dominee houdt aan het begin van zijn preek een biljet van 20 euro omhoog. Hij vraagt aan de hoorders in de kerk: “Wie wil dit briefje van 20 hebben?” Verschillende handen gaan omhoog. Hij zei: “Ik geef het aan een van jullie, maar eerst wil ik dit even doen.” Hij verfrommelt het biljet en vraagt opnieuw of er nog belangstellenden zijn. De handen blijven omhoog. “Oké”, zei de predikant, “en als ik dit doe?” Hij liet het briefje van 20 op de grond vallen en hij gaat er met zijn schoen op staan draaien. De dominee pakt het briefje op. Het was vies geworden en helemaal verkreukeld. “Wie wil het nu nog hebben?” De handen gaan weer omhoog. “Jullie hebben een waardevolle les geleerd. Ondanks wat ik heb gedaan met het geldbriefje, willen jullie het toch hebben omdat het niet z’n waarde heeft verloren.”
In ons leven vallen we vaak, kunnen we verkreukeld worden, verfrommeld door de keuzes die we maken en door de omstandigheden waar we geen vat op lijken te hebben. Je kunt je dan overbodig, zonder waarde voelen. En tóch: zoals dat briefje is opgepakt van de grond, zo kan God ons leven oprapen, in de hand nemen. In zijn Ogen zijn we niet waardeloos, integendeel: we zijn waardevast. Of je verkreukeld bent of niet, verfomfaaid door het leven of door je eigen keus, voor Hem blijven we van onschatbare waarde.
(opgenomen in Klankbord, april 2008; onbekende bron, deels eigen tekst)