Verslag 6e bijeenkomst “Post van Paulus” – maart 2012.
We vervolgen onze zoektocht hoe de apostel Paulus tegen de wet aankijkt. In de brief aan de Galaten kan hij niet direct spreken over de thora, de wetgeving van de joden. Met die thora waren de van nature heidense Galaten namelijk niet vertrouwd. Zij hadden de gebruiken, rituelen en religieuze wetgeving van de Grieken en de Romeinen overgenomen.
Paulus spreekt de Galaten aan met de wetgeving van de kosmische ordening. Christus heeft hen daarvan vrijgekocht. De (heiden-)christen is niet langer debiteur van de kosmische elementen. De nieuwe ordening is in Jezus Christus zichtbaar geworden. De oude ordening is in Hem gekruisigd (Galaten 6). Dus ook de heidens-kosmische wetgeving. Die hele wet is vervuld in één uitspraak: “Heb uw naaste lief als uzelf” (Galaten 5, vers 14; gaat terug op Leviticus 19).
Dat is het tweede deel van de samenvatting van de joodse thora zoals Jezus Christus heeft verkondigd: “Heb de Heer uw God lief… en heb uw naaste lief als uzelf.” Kennelijk was het tweede deel voor de Galaten goed te bevatten.
Hoe kijkt Paulus tegen de wet aan, als we nog even los zien van de joodse thora en heidense kosmische ordening door rituelen en religieuze wetgeving. Met de groep hebben we over “de wet” gelezen in de uitleg van Abraham Heschel, een Amerikaans rabbijn (uit: God zoekt de mens, p.284-287 §6 De Wet; oorspronkelijk 1955, vertaling 2005; klik hier voor een PDF)
Ik laat dit lezen om aan te tonen zien dat Paulus geen eigen draai geeft in zijn visie op de wet (dus even los van kosmos en thora) en dat het orthodoxe jodendom tot in de moderne tijd de Wet hoog heeft. Zoals gezegd, heeft Paulus de kosmische wet voor ogen in de brief aan de Galaten. De kosmische wet en de orde is doorbroken, omdat God mens is geworden in Jezus Christus. De schepping is met Jezus gekruisigd, nu is de nieuwe schepping gekomen. De wet is krachteloos geworden, tegelijk zegt Paulus dat de wet vervuld is één uitspraak: “Heb u naaste lief als u zelf” (Galaten 5,14) Deze leefregel is als de nieuwe wet waaraan ook de kosmische ordening heeft te gehoorzamen inclusief de mensen bestaande uit de vier elementen.
Als een tot christen bekeerde jood heeft Paulus de (kosmische) wet op een zijspoor gezet, tegelijk wetende dat er regelgeving nodig is. Naast die ene vervulling van de Wet schrijft Paulus ook over de Geest. Zonder geest is er bijvoorbeeld losbandigheid, afgunst, afgoderij (zie Galaten 5,19-21) Met de Geest is er de vrucht van liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid etc. (Galaten 5, vs 22 en 23) De kosmische wet is uitgeschakeld in Christus, echter de jood Paulus horen we terug in de vervulling van de wet. Die leefregel is dus een nieuwe wet.
Wat verstaat Paulus dus eigenlijk onder ‘de wet’ (afgezien van thora en kosmos). Heschel maakt iets duidelijk over de wet an sich. We zien overeenkomsten tussen Paulus en Heschel: de wet tackelt/doet struikelen het lastigste van alle problemen: het leven. Hoe gaan we met elkaar om als mensen toen, maar ook nu? Liefde voor de naaste is een afspiegeling van hoe je jezelf liefhebt. De wil van God doen is net zo belangrijk als geloven in God, zegt Heschel. Dat zal Paulus herkend hebben als jood. De wil van God doen en geloven in Jezus Christus met de hulp van de Geest maken je tot een kind van God, aldus Paulus.
Vergelijking tussen Heschel en Paulus:
> Heschel: het joodse leven is aan de goddelijke wet toegewijd; Paulus: het geloof (in Jezus Christus) is gekomen (Gal.3,25), dus we staan niet langer onder toezicht en zijn we niet langer gevangen (Gal.3,23b)
> Heschel: het joodse leven is aan een goddelijke wet toegewijd, de uiteindelijke maatstaven liggen niet in maar buiten de mens. Voor Paulus is de Geest leidend (Gal.5,16)
> Heschel: de wet neemt ons bij de hand en leidt naar huis, naar een eeuwige orde. De wet rechtvaardigt de jood. Paulus: de wet leidt niet naar huis, maar Jezus Christus. De wet is in de macht van de zonde gelegd (Galaten 3,22), van daaruit kon de belofte geboren worden dat Jezus Christus komt.
> Heschel: geen sprake van eschatologie; Paulus wél: door de kruisdood van Jezus is de nieuwe schepping gekomen, waarmee al het oude overbodig is verklaard.
Kort op een noemer gebracht: de wet van kosmos en de joden is passé, een nieuwe leefregel is gekomen in Christus Jezus.
Paulus benoemt in zijn brief aan de Galaten nog een ander herkenbaar beeld op van de kosmische wetgeving, zie Galaten 3, vers 19 t/m 25. De wet is van God en is door engelen aan een bemiddelaar gegeven (Mozes). Hiermee wordt aangeduid dat de Wet uiteindelijk in handen komt van een mens die de wet uitlegt. Paulus nu, zegt dat Jezus zélf direct vertelt wat Gods wil is. Een traditie waar de joden trots op zijn, wordt door Paulus omgekeerd. Paulus gebruikt een apart beeld voor de wet, zie Galaten 3,23: voordat dit geloof in Jezus Christus kwam, zijn we bewaakt door de wet. Een zelfde beeld gebruikt Heschel. In vs. 24 wordt gesproken over de wet als toezichthouder (paidagogos/pedagoog in het Grieks). Knipoog naar Spreuken 8 waar over Vrouwe Wijsheid wordt gesproken, zij nodigt mensen uit te luisteren naar goed advies.
De pedagoog in die brief van Paulus was een dienstknecht, deel van het huishouden. Deze dienstknecht, vaak een oudere man, had de taak voor de minderjarige kinderen te zorgen. Kinderen werden in de oudheid gezien als passievolle schepsels, meer dan rationeel denkende mensen. Passievol omdat de vier kosmische elementen sterk aanwezig konden zijn: vurig, begeesterd (lucht), pijn/plezier (aarde), ziekte (water). Ofwel kinderen waren in onbalans wat betreft de elementen. De pedagoog zorgde ervoor dat het kind in zijn element kwam door training en supervisie. Hij had de taak om te beschermen, te vergezellen en morele leiding te geven (onderscheid goed en kwaad, de morele gevolgen van handelingen etc) Zo kon het kind opgroeien tot een volwassen mens die eigen keuzes kan maken en dus in balans is.
De wet heeft afgedaan door de komst van Jezus Christus. We staan niet langer onder toezicht (vs.25). Ofwel de tot Christus bekeerde joden als de christen-heidenen zijn volwassen gelovigen in balans, niet langer onder de knoet van de mozaïsche of de kosmische wetgeving. Ze hebben geen toezichthouder meer nodig. Geloof in Christus is de nieuwe norm. De oude heidense of joodse wetgeving is voorbij. De wet is een proeftuin, een voorbereider voor het geloof in Jezus. Jezus brengt balans in kinderen en volwassenen. Zo kunnen we standhouden (Galaten 5, vers 1), in balans blijven.
ds RJvA, maart 2012.
Volgende keer, april 2012: rechtvaardiging door geloof, wat betekent dat precies? Hoe werden de Galaten vertrouwd met die geloofsuitspraak van Paulus?