Met de woorden “Goesting in geloof” introduceer ik een nieuwe rubriek op mijn blog. Ik plaats korte stukjes tekst die je aan het denken kunnen zetten omtrent je geloof. Het woord goesting is afkomstig uit het Vlaams dat weer is afgeleid van het Latijnse woord “gustus”. Het betekent zoiets als zin of trek hebben in.
Honger
Tijdens gesprek heb ik eens een Amsterdammer de vraag voorgelegd waarom hij naar de kerk gaat. Met die mooie tongval zei hij:
“Al je enorme trek hebt, dan eet je alles. Ik heb honger naar God.”
Daar zit een kern van waarheid in. Wanneer je geen trek hebt, dan heb je geen zin in eten, da’s een open deur. Als je bij jezelf nagaat: heb je goesting ofwel trek in geloof? Zit er een bepaalde honger naar geloof? Of bekruipt je het idee dat je niet zoveel meer trek hebt? Mis je smaak in geloof?
In het pastoraat, de ontmoetingen na de kerkdienst, tijdens vergaderingen en groepen, merk ik dat er honger is naar nieuwe smaken van geloof en zingeving, van kerk-zijn en present zijn in dorp en stad. Er is dus zeker goesting in geloof. Wat hebben we als kerk te bieden naar elkaar en naar de buurt waar we zijn?
Breekbaar
Het boekje Herkerken van Remmelt Meijer en Peter Wierenga dat geschreven is in de coronatijd met de lege kerk als bron van zorg én uitdaging. Volgens de auteurs is de nodige herbezinning op kerk-zijn na corona nodig:
“Kwetsbaarheid herinnert ons eraan dat we een schat bezitten met het evangelie, maar zelf als breekbaar aardewerk zijn.” (p.42; denk aan 2 Korintiërs 4, vers 7)
Weckpot
Als ik deze woorden lees, denk ik aan een weckpot. Mooi glas, luchtdichte deksel. We kunnen van alles erin bewaren, toch blijft zo’n weckpot kwetsbaar. We kunnen als gemeente van alles bewaren en koesteren, tegelijk ervaren we hoe breekbaar we zijn waar het gaat om verbinding met en oog hebben voor elkaar.
Vervolg van het citaat:
“Niet de pot, maar de schat die erin zit, is waar we onze kracht in zullen zoeken. Niet de verschijningsvorm, maar de inhoud moet weer onze eerste aandacht krijgen. […] We hoeven niet terug naar het oude normaal, we kunnen op zoek gaan naar wat ons werkelijk drijft en wat ons op twee benen in deze verwarde en complexe wereld zet.” (p.43)
Hoe zou jij de schat van je kerk of geloofsgemeenschap verwoorden? En op welke manier zou jij handen en voeten willen geven vanuit die schat te leven en te geloven?
Robert-Jan van Amstel, 29 juni 2023
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Essentieel onderwerp! Ja zeker herken ik die honger naar het Goddelijke. Dat drijft mij elke dag weer, van s morgens vroeg tot s avonds laat, dat leeft mij, dat is mij. Die honger wordt gevoed door contact met mensen, dieren, door de gemeenschap vd kerk, door het staan in de schepping. Die honger wordt aangedreven door de Heilige Geest die in ieder aanwezig is.
Dank voor deze blog!
Dank je wel, Lily. Mooi hoe jij honger vult met concrete contacten en het verlangen koppelt aan de Heilige Geest. Past helemaal bij je 🙂