Zie ik het nou goed? Krijgt Jezus billenkoek van zijn moeder Maria? Ik knipper even met mijn ogen. Gezien de rode gloed heeft de geheven rechterhand zich eerder laten voelen. Wat ik zie schuurt met mijn idee van opvoeding van kinderen. Een pak slaag is in mijn ogen not done. In dit 4e deel van de serie “Advent en Kerst in de Kunst” vraag ik uw aandacht voor het schilderij van Duitse kunstenaar en dichter Max Ernst (1891-1976): Die Jungfrau züchtigt das Christuskind (1926; grootte: 196cm bij 130cm). Ietwat ouderwets vertaald: De maagd kastijdt het Christuskind.
Provocatie
Toen ik dit schilderij eens liet zien aan een groep gemeenteleden, varieerden de reacties vooral rond de woorden “vreselijk” en “lelijk”. De schilder wist op dat moment weinig handen op elkaar te krijgen. Met het laten zien van dit provocerende kunstwerk weet ik heel goed dat ik meer oproep dan het gemiddelde prachtige 16e-eeuws tafereel met de moeder die al geheel bekomen is van de bevalling en een letterlijk stralende baby inclusief dito diadeem in handen houdt. Of dat we Maria zien als sereen, inschikkelijk, toegewijd en rustig; een gewijde blik, open en ontvankelijk. Altijd bezig met bidden of vroom lezend in de Bijbel (!), haar handen omhoog om God aan te roepen om mededogen en medelijden. Deze schilder Max Ernst doet dus iets anders.
Surrealisme
De Duitse Max Ernst was een schilder die zich vooral met het surrealisme actief was. Om het wat eenvoudiger te zeggen: schilderen als in een droom, alsof je langszij (sur) de werkelijkheid (realisme) van alledag kijkt. De geest van de mens kijkt anders naar de realiteit: welke filters waarmee we de werkelijkheid door eigen ogen zien, kun je weghalen en welke andere kun je juist gebruiken? In het surrealisme is er grote aandacht voor wat in het onderbewuste van de mens gebeurt. Welke dwarsverbanden en verbindingen zijn te leggen tussen wereld om ons heen en die van jezelf? Deze manier van langs-zij-kijken levert kunst op dat ogen en oren uitdaagt, ontregelt en nieuwe verbanden laat zien.
Parijs
Anno 2022 zijn we wel wat gewend aan beeldtaal met alle visuele prikkels die we dagelijks ontvangen. Toen dit schilderij voor het eerst werd tentoongesteld in Parijs, in 1926 dus 96 jaar geleden, en later in Keulen (waar het nu hangt), waren de afkeuringen en boosheid niet van de lucht. De aartsbisschop wilde de tentoonstelling verbieden. En bovenal Max Ernst werd uit de katholieke kerk gestoten.
Diadeem
Laten we het schilderij eens goed bekijken: in plaats van een met rood beklede troon zit de kersverse moeder Maria op een houten blok. De hemel, het blauw achter haar, is leeg. We zien de opgestoken hand in de aanslag. Het achterwerk van het kind kleurt rood. Alsof het door velen gewraakte en vaak onbegrepen vers uit het Bijbelboek Spreuken in praktijk wordt gebracht (Spreuken 13, vers 24):
Wie zijn zoon de stok onthoudt, haat hem,
wie hem liefheeft, tuchtigt hem.
De diadeem, de goudkleurige cirkel, is van het hoofd van Jezus gevallen, terwijl die bij Maria ferm blijft zitten. Het kind is onttroond, ontheiligd, onttoverd voor het überhaupt een w/Woord heeft gezegd. Het kind zal zijn verdriet en geluid gedempt laten horen in de blauwe, koninklijke stof van Maria’s kleding.
Drie gezichten
De drie gezichten die we zien in het raam achter Maria stellen, zo op het eerste gezicht, de drie wijzen uit het Oosten voor. Hun blik verraadt wat anders dan wat we lezen in de Bijbel. In het Bijbelse verhaal is er vreugde in de harten en wordt enthousiast gereageerd met het aanbieden van geschenken. Hier in de schildering van Max Ernst zijn de gezichten van de intellectuele mannen afstandelijk, gesloten, afgewend, onverschillig. Er straalt geen enkele warmte van uit.
Dit schilderij is in een tijd gemaakt waar kunstenaars en intelligentsia weinig op hadden met religie. Geloof en Kerk waren nauwelijks nog een thema in de creatieve sector. Max Ernst heeft die koele onverschilligheid willen vangen in de drie hoofden van de intellectuelen. Zelf is hij het hoofd links met de ogen gesloten die zijn neus ophaalt voor het ‘schouwspel’. De priemende ogen zijn van een andere kunstenaar André Breton; hij was de voortrekker van de surrealisten en kon heel fel van leer zijn wat betreft de hypocrisie van de Roomse Kerk. Het hoofd aan de rechterkant is van de schrijver Paul Éluard. Hij kijkt weg met een zekere onrust.
Biografie
Zonder biografie geen kunst, zo heb ik inmiddels ontdekt. Max Ernst heeft als kind een strenge en hardvochtige vader gehad. Iedere aanleiding greep de vader aan om zijn zoon op de billen te slaan. Als je goed kijkt, dan lijkt de forse hand op die van een man, hoogstwaarschijnlijk die van zijn eigen vader. Zijn vader en moeder waren strenge rooms-katholieken. Ernst moest altijd als lieftallig engeltje opdraven in kerstspelen in de kerk. De schilder botviert in dit schilderij zijn ergernis.
Daarbij wilde de kunstenaar op een rauwe wijze laten zien, dat in de christelijke religie geweld zit, wanneer het christendom op een eenzijdige of eng-gesloten manier wordt uitgelegd. Vooral ouderen hebben me regelmatig in pastorale contacten toevertrouwd hoe streng de opvoeding was in hun eigen kindertijd en dat “op zondag niets mocht”.
Ten derde had Max Ernst moeite met verhaal dat God de Vader zijn Zoon Jezus naar de wereld stuurt om uiteindelijk tot bloedens toe aan een kruis te sterven. Nu zien we Maria als Moeder Gods Jezus billenkoek geven, maar God zal dat dus erger maken op Golgotha.
Als vierde punt is het schilderij als een reactie te zien op de Eerste Wereldoorlog. Max Ernst vond dat politiek én Kerk verantwoordelijk waren voor de talloze zwarte bladzijden die zijn vol gekalkt in de jaren 1914-1918 toen hij zelf een opgroeiende puberjongen was.
Hoop
Het schilderij is provocerend en roept weerstand op, ook bij mij. Tegelijk in deze periode van advent naar Kerst te midden van zoveel dat gaande is in onze wereld, word ik me wéér bewust dat God mens is geworden in onze wereld. Hij gaat in Christus een weg vol van weerstand, hoop, pijn en vernieuwing. Uiteindelijk zal Christus het kwade overwinnen.
Robert-Jan van Amstel, 21 december 2022 (aangepast: 22.12.22)
(bovenstaande tekst is gepubliceerd in het blad Confessioneel Credo, jg.134, nr. 22 uitgave 15 december 2022. Tegen een introductiekorting kunt u een kennismakingsabonnement kiezen, klik hier)
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.