Onlangs bezocht ik een rommelmarkt. Ik vind het leuk om te zoeken naar wat voor mij van onschatbare waarde is en voor de verkoper slechts één euro waard. Mijn ogen gaan langs boekruggen, de afwisseling van diep rood naar lelieblank, van puntgaaf tot stukgelezen, van vergeeld tot met zorg van het daglicht afgeschermd. De afgesleten goudkleurige belettering wisselt met bijna vervaagde grijsopdruk.
Geloof interesseert mij niet
Een bijbel houdt mijn blik vast. De geur van leeftijd vergezelt de bladzijden. Een huwelijksbijbel uit 1966. De twee namen van het kersverse echtpaar in schoonschrift. Tegen de namen zeg ik zachtjes: “Aangenaam kennis te maken.” Hun trouwtekst komt uit het evangelie van Lucas, hoofdstuk 7, vers 50b. Voor het gemak geef ik dit vers in de Nieuwe Vertaling weer:
Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.
De staat van de bijbel is ondanks zijn abrahamsleeftijd goed. Zou het paar er ooit uit gelezen hebben? Deze bijbel is voor een habbekrats te koop. Ik vraag aan de verkoper: “Is deze van u geweest?”
“Ja”, zei ze, “van mijn ouders.”
“O, wat leuk”, glimlach ik terug. Wat zal ik nu zeggen; duizend belangstellende vragen gaan door mijn hoofd, oh oh beroepsdeformatie. Waarom verkoopt ze nou dit boek? Heeft ze zelf nog iets met geloof? Voordat ik hardop een poging doe, alsof ze het ruikt (zo kan het gaan in ontmoetingen tussen mensen), geeft ze zelf een voorzet: “Ik doe hem weg, want ik doe er toch niets mee.”
“Hebben uw ouders u opgevoed met christelijk geloof?”
“Ze hebben er wel wat mee gehad, geloof ik. Kerkgang was al snel voorbij na hun huwelijk. Mijn vader fietste graag in de rust van zondagse morgens. Mijn moeder kon maar moeilijk opschieten met het orgel in de kerk. Hoe gaat dat”, zucht ze en de armen gaan over elkaar terwijl ze praat, “de jaren 60 hè. Vrijheid-blijheid. Geloof speelde een kleine rol in het leven van mijn ouders. Zelf ben ik gedoopt, denk ik. Nooit naar gevraagd. Geloof interesseert me totaal niet.”
Alle goden en daarmee alle ellende weg
Ze begint harder te praten inclusief de handgebaren die haar woorden dragen: “Het geweld nu in de wereld. Allemaal vanwege religie en geloof. Het half-acht-nieuws geeft genoeg hagel om alle goden aan flarden te schieten. Als ik bij een rouwdienst ben, dan hoor ik weleens over god en zijn liefde voor mensen. Oja?!” Ze zucht opnieuw. “Ik heb niets met geloof en kerk. Dus ik hoef me niet druk te maken over die vraag waar god is. Dat zouden meer mensen moeten doen. Dan ben je gelijk van alle ellende in de wereld af.”
Hmmm
Ik laat een ietwat brommende hmmm horen. Tuurlijk gaat die vraag weleens door mijn hoofd, want geloven is voor mij geen hap-slik-klaar en verstand in de slaapstand zetten. Geloof is voor mij juist worstelen én verbaasd worden met die vraag waar God is in deze wereld. Hoe is deze God waarin ik hartstochtelijk geloof actief bezig in deze wereld?
De verkoopster blijft me met haar bruine ogen aankijken na mijn hmmm. De huwelijksbijbel wil ik dichtdoen. Het daglicht kan nog net de sierlijk geschreven woorden “ga heen in vrede” aanraken. “En”, zo zeg ik tegen haar, “hebben uw ouders hun leven in vrede kunnen leven, zoals de trouwtekst laat horen?”
Ga heen in vrede, zegt Jezus
De wenkbrauwen van de vrouw ontspannen in een fractie van een seconde: “Goh, ja, daar heb ik nooit over nagedacht. Ze hebben op hun manier vrede gehad in hun leven – ze leven niet meer. Ik heb van die vrede wel wat opgestoken.”
Ze pakt het boek uit mijn handen:
“Van wie zijn die woorden dan?”
Ik help haar te zoeken naar Lucas 7, vers 50. Deze woorden van Jezus klinken op een plek waar een Bijbelkenner een prostituee veroordeelt vanwege haar zondige gedrag. De vrouw heeft echter in Jezus een liefde voor mensen gezien die zij al lange tijd niet meer gevoeld heeft. Zonder haar biecht van misstappen te verwachten, is Jezus deze vrouw voor: “Uw zonden zijn u vergeven” (Lucas 7, vers 48) En: “Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.”
Jas
Ik zeg met enige schroom tegen de verkoopster: “Voor mij werkt God zo in Jezus: Hij laat ons gaan in vrede. Om iets met die vrede te gaan doen. De grondwet van Gods Koninkrijk in een notendop. Waar is God? Daar waar vrede en vergeving hun werk doen, mensen doen opstaan, rust brengen in een mensenhart.”
“Nou”, zegt ze, “het zal wel.”
Ze legt de huwelijksbijbel van ouders weg.
Niet in de bananendoos, maar bij haar jas.
ds Robert-Jan van Amstel, juli 2016
Bovenstaande tekst is opgenomen in het kerkblad “Kerkklanken” (uitgave: 2016 nr.3) van de Protestantse Gemeente Zunderdorp.
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Prachtig verhaal! Het spreekt boekdelen.
Dank je wel voor je reactie. Het toevallige pastoraat heeft me wel vaker verrast 🙂
Mooi verhaal. Achter die ’toevallige’ ontmoetingen gaan vaak bijzondere verhalen schuil!
Dank voor uw reactie. Inspiratie kan zo ineens toevallen, dat vind ik het mooie in het werk als dominee.
‘Ze legde de bijbel, niet in de banendoos, maar bij haar jas’ en toen ……………..
…….ja toen…………… ging de Geest er mee aan de ‘waai’! Dat is fantastisch!
Mooi vervolg, Piet, wie weet 🙂
Das ist eine wunderschoener Bericht. Vielen Dank und herzliche Gruesse aus Luzern. Vermisse DMB hier. Viola
Hallo Viola, wie nett von dir um eine Antwort zu schreiben. Danke! Und ich vermisse dich bij DmB! Vielleicht im Futurum 🙂
Of deed de Geest dat? 😉