Afgelopen Oudjaarsdag heb ik voor het eerst in eigen gemeente de Oudjaarsdienst geleid. Een bijzonder moment om zo met elkaar in het Licht van Evangelie en de nabijheid van God terug te kijken naar 2011 en een zegen te vragen voor 2012. In deze eredienst heb ik stil gestaan bij de geschiedenis van de vrouw van Lot die in het (achter)omkijken veranderd wordt in een zuil van zout (Genesis 19, vers 26) en de lofzang in de hemel als de hoer van Babylon is verwoest (Openbaring 19, vers 1 t/m 10); twee rokende puinhopen, is er iets veranderd in de wereldgeschiedenis? En als we de rokende puinhopen zien in 2011… is de wereld uitbehandeld? Waar is God in 2011 te vinden?
Met frisse moed ben ik de preek gaan schrijven, maar uiteindelijk een behoorlijke worsteling geworden om alles goed op te schrijven. De inkt was, bij wijze van spreken, nog niet droog om 19:30 uur.
Als je wilt reageren op deze preek, graag.
ds R.J. van Amstel, Barendrecht 2 januari 2012
Preek za. 31 december 2011. Oudjaarsavond.
Van: ds R.J. van Amstel, Barendrecht
Plaats: Gereformeerde Kerk “Bethelkerk”, Barendrecht. Aanvang: 19:30 uur.
Als je de jaaroverzichten en terugblikken op het jaar terugziet op de televisie of in de kranten of op internet, dan vraag ik mezelf weleens af: “Is de wereld uitbehandeld?” Een dagblad noemt het jaar 2011 het jaar waar de wereld zelden zo in beweging was, vergeleken met de andere jaren. Om bij het beeldgebruik van de bijbel te blijven: we kennen de bijbelse varianten
‘Sodom & Gomorrah’ en ‘de verslagen hoer van Babylon’, ofwel de rokende puinhopen van de geschiedenis.
Ze zijn er nog steeds in 2011. Kapotgeschoten dorpen in Libië, de overstromingen in Thailand, de nucleaire ramp in Japan, Chemie-Pack in Moerdijk (de geur was ook hier in Barendrecht te ruiken), de soms misselijkmakende foto’s van een dode Khadaffi of het portret van Robert M., een dode soldaat in Irak of Afghanistan, een dode door de honger en de dorst, de verwonde bilpartij van een wielrenner. Ieder jaar opnieuw weer die verzuchting of Aha-Erlebnis bij wat je hoort of ziet: “Oja, da’s ook nog gebeurd”.
Is de wereld uitbehandeld? Tegelijk vieren we zoveel. Ieder jaar hebben we onze rituelen: top 10/50/1000/2000, oudjaars- en nieuwjaarsconferences; oliebollen bakken. Gemiddeld geeft de Nederlander 2,50 euro uit aan een fles wijn, maar met Oudjaar kopen we massaal de wat duurdere champagne. De supermarkten doen zeer goede zaken dit jaar. Het record van 33 miljard omzet wordt gehaald. Crisis? We eten wat meer thuis in plaats van buiten de deur. En het lijkt erop dat er niet minder op tafel staat.
Met al dat terugblikken gaan onze gedachten ook naar onze gemeente: het jaarthema “God in Beeld” met leuke en interessante activiteiten. We denken aan het Samen-op-Weg-proces, verder verdiepende contacten met de Dorpskerk. het nog steeds voelbare verdriet van afscheid moeten nemen van een voorganger en de nasleep daarvan en tegelijk zien we de rekbaarheid van de ziel van een gemeente.
Hier in Barendrecht in juni van dit jaar de musical Mozes in het Kruispunt, de diverse bijzondere diensten met koren, de hoogtijdagen, belijdenis door zeven mensen afgelopen kerstdag, dopen van kinderen, in de wijkkerkenraden kan gedankt worden voor de inzet van vrijwilligers, zijn er zorgen over gemeente-zijn nu, het jeugdwerk, diaconie, pastoraat, kerkrentmeesters… Zovele mensen zijn actief, vele handen maken licht werk. Weten we bij dit alles waarom we dit allemaal doen? Wat is het kloppende hart van ons als gemeente?
In het terugblikken dit kalenderjaar kennen we ook afscheid: afscheid van je baan omdat je pensioen kon gaan; gedwongen afscheid van je werk, omdat je werkgever vanwege de crisis moet saneren. Afscheid nemen van je kinderen die op zich zelf gaan wonen of omdat contact verbroken is. Afscheid nemen van van ouders, van vrienden, van collegae, klasgenoten die ons zijn voorgegaan, gestorven door ouderdom, plotseling ontvallen, door een korter of langer ziekbed, wat mis je hem of haar nu naast je, in je bed, als je boodschappen doet en je komt weer alleen in je lege huis. Dit jaar 2011 hebben we afscheid moeten nemen van mensen die voor hun overlijden kregen te horen dat ze uitbehandeld/uitgedokterd waren. Zo luidde het oordeel van de arts. Ik heb dat woord “uitbehandeld” verschillende keren gehoord het afgelopen jaar.
Als dat woord klinkt, dan zie je ineens in je achteruitkijkspiegel de laatste afslag. Gaan de radars werken: waar word ik straks verpleegd? Loslaten van het leven. De laatste druppel persen uit een reeds uitgeperste vrucht. Wachten tot dat moment dat je je laatste adem geeft. “God, is de wereld uitbehandeld?”, zo heb ik Hem eens gevraagd in een gebed. Als je de bijbelteksten in deze oudjaarsdienst zo leest, dan zou je haast denken: ja, de wereld is uitbehandeld. Want: is er wat veranderd na de rokende puinhopen in de bijbel?
Sodom en Gomorra zijn verwoest, ooit broedplaatsen van wat mensen elkaar aan kunnen doen als medemenselijkheid wordt gezien als iets waar een prijskaartje hangt. Bruut geweld. Ontwortelde mensen. Schreeuwende zelfkant. Waar normaal en pornaal maar één letter van elkaar verschillen.
God bracht volgens het bijbelse getuigenis letterlijk een omkeer in die geschiedenis. Ondanks het indringende gesprek dat Abraham en God hebben in Genesis 18: als er nog 10 rechtvaardigen zijn, dan zou God de stad behouden. Tóch is de maat vol voor God wanneer Hij als engel vermomd de stad heeft verkend. Lot en zijn vrouw en twee dochters hebben te vertrekken. Net zoals gebeurde met Adam en Eva uit het Paradijs. Net zoals Noach met zijn gezin de boot in moesten. Net zoals Abraham zijn eigen vaderland moest verlaten, om het nieuwe land te begroeten. Later in de bijbel, in het boek Exodus, dienen de Israëlieten het slavenland Egypte te verlaten.
In Genesis 19 wordt door God een belangrijke richtlijn uitgevaardigd: Lot en zijn vrouw en kinderen mogen niet omkijken als God zijn oordeel velt; maar de strafmaat op het wél omkijken maakt God niet bekend. Lot treuzelt als een mens in zijn schulp waar hij niet uit wil. Zouden wij ook niet willen. Lot onderhandelt over een nieuwe woonplaats, Soar, “Kleine” in het Hebreeuws. Uiteindelijk gaan ze.
Als de zon opkomt, als de nieuwe dag begint, werpt God zwavel en vuur uit de hemel. Zo beschrijven de God-gelovige Israëlitische bijbelschrijvers als overwinnaars van hun eigen geschiedenis, het einde van Sodom en Gomorrah. Alle spektakel waarmee dat gepaard gaat, doet de naamloze vrouw van Lot toch omkijken. Zouden wij ook kunnen doen op dat moment.
Want er wordt een stad getroffen waar schuldigen én onschuldigen de dood treffen. Bij het zien van Gods oordeel wordt de vrouw van Lot tot een zuil van zout, zo lazen we. Ze versteent, petrificeert om het ingewikkeld te zeggen. Het is het enige moment in de bijbel dat een mens daadwerkelijk van vorm en inhoud verandert, nergens anders.
Wat zou u, jij, ik doen als je even om het hoekje zou kijken? Dan zou je hart toch haast verstenen bij wat je ziet en meemaakt. Als je de schrik ziet van mensen die overvallen worden door een niet te stuiten vloedgolf aan water of aan geweld…
Misschien heb je zelf al zoveel meegemaakt, gezien, beleefd, dat je hart eigenlijk als versteend aanvoelt. Wantrouwen in het leven, in de ander, in jezelf, in God. Hoeveel zoutpilaren, versteende harten, zullen er nu zijn anno 2011 en waar zijn die dan? Goed, ik besef dat de vrouw van Lot versteent tot zoutpilaar, omdat zij uit ongehoorzaamheid omkijkt om het vernietigende schouwspel te zien. Ze wordt deel van de zoute rotspartijen bij de Dode Zee om zo te blijven getuigen van iets anders, namelijk: ze ging met haar rug naar de hemel staan, met haar rug richting de roeping. Ze houdt Sodom toch voor ogen, keert haar rug richting Soar. En jij: terugkijkend naar 2011, waar heb je iets van God weerspiegeld in je dagelijks leven, waar heb je juist zijn Liefde de rug toegekeerd?
De vrouw van Lot doet wat Israël later doet na de bevrijding uit Egypte: verlangen naar de gevulde vleespotten van Egypte en ziet dus niet meer wat God hedentendage schenkt. En jij: in 2011, wat heb je van God ontvangen, waar heb je God voor gedankt, of ben je dat eigenlijk vergeten?
Zij doet wat de rijke jongeling in het evangelie doet na het gesprek met Jezus Christus: hij wilde het eeuwig leven, maar keerde om naar zijn rijkdom, want daar zat hij nog te veel aan vast. En jij, terugkijkend naar 2011: waar ben je het meest aan gehecht? Hoe was de gehechtheid aan God zichtbaar in het afgelopen jaar? Wat ga je doen in 2012?
Wat zij, de vrouw van Lot, Israël, de rijke jongeling, állen doen is, wat tot aan vandaag gebeurt: omkijken vanuit bepaalde gevoelens van gehechtheid, van het normale gewoon vinden, niet meer als een geschenk van God zien en daar niet meer voor danken. Wat zij allen doen is achterwaarts lopen, achteruit willen struikelen de verkeerde toekomst in. De rug toekeren naar wat God jou schenkt aan toekomst, ofwel, pornaal normaal vinden.
Pornaal is herleid van het Griekse woord pornè . Het woord ‘porno’ in onze taal. In het Grieks betekent het letterlijk: “dat wat voor geld te koop is”. De kredietcrisis van 2008 en nu weer in 2011 is eigenlijk het pornale normaal vinden. Gouden bergen bleken van schuimrubber te zijn, gebouwd met geld dat eigenlijk niet bestaat. Status is vaker afhankelijk van kijkdichtheid dan van met beide benen in de modder staan. Zoete broodjes worden gebakken, maar ze blijken geen voedingswaarde te hebben en laten mensen van goeder trouw hongeren. De porno van Babel zouden we kunnen zeggen. Dat was het beeld dat de gelovige Israëliet en pas bekeerde christen in de tijd van Johannes op Patmos hadden van de Romeinse hoofdstad. De hoer van Babylon: Rome, symbool/samenballing voor de harde onderdrukking, knechting en verafgoding van een mens, de keizer, de pyramide van geld, goed en macht die met al zijn gewicht de gewone vrouw en man platdrukt.
Johannes op Patmos ziet in Openbaring 19 in het visioen dat de roep van de martelaren in Openbaring 6, nota bene in de hemel zélf, door God wordt gehoord. We horen dat terug in vs.2: “het bloed van zijn dienaren zijn op haar gewroken”. De twee beesten in Openbaring 18, symbolen van de religieuze elite en de politieke elite, worden overwonnen. Rome krijgt zijn verdiende loon. Zal worden tot een rokende puinhoop. Net als bij Sodom en Gomorrah heeft God de hand in het catastrofale einde van een wereldrijk. Zo luidt het bijbelse getuigenis, geschreven nu vanuit de hoop dát God zal overwinnen.
Mensen die zeggen dat God in die ene rampspoed of in de andere ellende oorzaak is, hebben God niet begrepen, hebben de ander niet gezien en hebben een hart dat sterk gelijkt op die zoutpilaar daar bij de Dode Zee. Als we God koppelen aan mens-overstijgend kwaad of niet uit te leggen leed, dan heeft Hij en hebben wij geen leven.
Wat we leren uit deze teksten als Genesis 19 en Openbaring 19 is dat God onze Heer is en wij niet zijn adviseurs over Hij wel of niet zou moeten doen. In het afscheid van 2011 en het begroeten van 2012 spreken we uit dat God onze Heer is en dat het leven, ons leven hoe dan ook bewaard is zijn Hand. Hij laat niet los wat Hij ooit begonnen is. Ook jou, u en mij niet.
Als we de tekst van Openbaring 19 goed op ons in laten werken, wordt daar in de hemel een kerkdienst of godsdienstoefening gehouden: 24 voorgangers (12 aartsvaders en 12 apostelen) en de vier dieren (de vier evangelisten in de traditie van de Kerk) prijzen God. Er is gejuich. Er is blijdschap. Er is het heilige genieten dat God de de lelijke, ziekmakende plekken wegsnijdt uit zijn schepping.
Als we Openbaring 19 lezen zo’n 4 uur voordat de klok 12 slaat, dan mogen we horen en erop vertrouwen, dat God, zoals Hij rekening met Abraham houdt (Gen.19,29, letterlijk in de Hebreeuwse tekst: God gedenkt Abraham; Verbonds-God!) wanneer Abraham over de rokende puinhopen van Sodom en Gomorrah kijkt, en zoals Hij met die mensen rekening houdt, die door alle knechting, onvrijheid, onbalans, verdriet, pijn, zorg, teleurstellingen, door het gemis van een liefde, een geliefde, dat Hij rekening houdt met deze wereld, deze wereld gedenkt, dat deze wereld niet uitbehandeld is. God zal de geschiedenis voleinden. In dat licht van zijn liefde begroeten we 2012 en nemen we afscheid van 2011. In dat licht nodigt God ons uit tot het feest: een bruiloftsmaal van het Lam. De Bruid, Gods Schepping, en de bruidegom Jezus door wie en voor wie alles geschapen is (Kolossenzen 1).
Tot die tijd is er gezang in de hemel. Wordt daar gelezen uit het levensboek en doen wij dat hier in dit huis. Zingen we mee tot aan vandaag en in 2012 verder met die groep in het visioen van Openbaring 19: we zingen niet tegen de bierkaai, we zingen om die hemel open te houden. Om God te herinneren aan zijn Verbond. Om onszelf te herinneren we zijn in zijn Licht, wandelend in en door zijn Liefde.
We zingen met al die getuigen mee: de wereld is niet uitbehandeld, is niet uit de Hand van God. De wereld heeft toekomst – zelfs rokende puinhopen in de wereldgeschiedenis, puinhopen in onze eigen geschiedenis, beletten God niet de zon te laten opgaan. We herinneren ons de woorden in Ezechiël 36, vers 26: harten van steen, de zoutpilaren van deze wereld, krijgen een nieuw hart van God.
Ons leven heeft toekomst, want het gezang van de hemel is toekomst-muziek, ook in 2012.
AMEN.
Gebruikte literatuur: Westermann, Genesis 12-50; Zimmerli, 1. Mose 12-25; Van de Kamp, Openbaring; Kass, The Wisdom of Genesis; Heschel, De mens is niet alleen; W. Barnard, Stille Omgang; W. Barnard, Bezig met Genesis; blog van ds Wim de Bruin: http://wimdebruin.blogspot.com/2011/07/kosmische-tekenen-als-aankondiging-van.html;
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Wat is het toch mooi,als je zo van God kunt spreken,vol bewondering heb ik deze preek gelezen,de toekomst en het heden is in Gods hand.
Laten wij er wel bij stilstaan,dat Gods tijd altijd blijft,maar dat wij voorbijgaan.
Dank je wel voor je reactie Dick!
Ha Robert-Jan. Leuk dat je naar m’n blog verwijst. Ik ga je preek zeker lezen. Alleen nu even niet. Gezellige dag gehad met vrienden, bier en zo 😉 niet zo helder meer. Maar je hoort van me.
Groet, Wim
Bepaalde spiritualia gaan voor blijkbaar 😉 Als je (nuchtere 😉 ) feedback hebt, hoor ik graag van je. Door jouw oudjaarspreek waar jij plaatjes liet zien van belangrijke nieuwsfeiten, kwam ik op het idee om dat ook mijn blog te doen. Dank!
Nee, om de ‘sodomieter niet’, want God heeft engelengeduld en je geeft je zoon niet op om daarna de handdoek in de ring te werpen. Ik geloof dat hij de grootste herkanser is die je kunt bedenken. Uithuilen en opnieuw beginnen, telkens weer!
Nee, nee, nee. Hij heeft engelengeduld en laat ons uithuilen en opnieuw beginnen!!
Ha Robert-Jan,
Wat een preek, in veel opzichten. Complex, hartverwarmend, knap en diepzinnig.
Ook met een mooi vergezicht: God die de wereld niet loslaat en de geschiedenis zal voleinden. Dat doet recht aan in ieder geval Openbaring 19.
Lastig vind ik als lezer dat de preek cirkelt om 2 bijbelgedeelten. Daardoor wordt het best wel druk in de preek (en in m’n hoofd). Vanuit Genesis 19 leg je een goed lijntje naar het omkijken van de vrouw van Lot en de rijke jongeling. Dat is m.i. vanuit die bijbeltekst de hoofdlijn, en had in een preek over die tekst centraal moeten staan. De hoofdgedachte die je wil maken over God die zijn schepping niet loslaat maar naar de voleinding leidt komt veel meer uit Openbaring 19. Misschien was het beter geweest de preek daarover te houden met een verwijzing naar Genesis 19. Het is sowieso handiger om 1 tekst als hoofdtekst te nemen (maar dat weet je zelf natuurlijk ook).
Verder heb ik wel vraagtekens bij hoe je het oordeel behandelt. Je ziet het terecht als een noodzakelijke ingreep van God in de schepping en je legt de nadruk op het positieve doel, de nieuwe schepping (eveneens terecht). Maar ondertussen belanden de beesten wel in de poel van vuur, evenals, zo blijkt later, hun volgelingen. De serieuze werkelijkheid dat als een kerkganger van jou uiteindelijk leeft voor de hoer van Babylon en de beesten (die je overigens goed uitlegt en typeert), en als de rijke jongeling of de vrouw van Lot achterom kijkt, hij of zij uiteindelijk het koninkrijk van God misloopt (Opb. 22:15 bv) komt niet uit de verf. Terwijl daar in je preek, zeker in de passage over de rijke jongeling, wel handvatten en aanzetten voor zijn. Moeilijke materie, natuurlijk, om dat goed te doen. Maar ik ben benieuwd naar jouw beweegredenen om het op deze manier te doen.
Laat ik het zo zeggen: die zieke plekken in de schepping, zijn uiteindelijk mensen. En dat maakt die bijbelgedeelten zo lastig, en tegelijk ook spannend. Dat aspect is m.i. onderbelicht.
Benieuwd naar je reactie. Als je er tijd voor hebt natuurlijk.
Ha die Wim,
Dank je wel voor je reactie. Ik heb wat tijd gevonden om even te reageren. Het bijbelmateriaal dat ten grondslag ligt aan deze preek is geschikt voor meerdere preken; de aandachtspunten die jij schetst zijn ook door mijn hoofd gegaan bij de voorbereiding. Bewust geen aandacht aan geschonken, anders wordt de preek topzwaar.
Via Twitter had ik je al laten weten dat ik getriggerd was door de rokende puinhopen van Sodom en Gomorrah en “de hoer van Babylon”: God wordt in deze teksten actief ten tonele gebracht in de verwoesting van deze plaatsen.
Ik heb vooral de focus willen leggen op hoe God nu actief is in onze geschiedenis. Als mensen maken we deel uit van de wereldgeschiedenis; waar is de heilsgeschiedenis zichtbaar, tastbaar, voelbaar?
Het beeldgebruik van bijvoorbeeld Openbaring heeft een concrete historische contekst en achtergrond. Ik vind het zelf wat tricky om één-op-één dat beeldgebruik toe te passen in 2011/2012. Vandaar dat ik ervoor kies om het oordeel positief te duiden, omdat ik in een ‘positieve’ wereld leef (klinkt paradoxaal). Johannes op Patmos is daar wegens ballingschap (of evangelisatie), ik ben hier in Barendrecht en heb een ander gevuld rugzakje dan Johannes, als je begrijpt wat ik bedoel.
Wat betreft de zieke plekken – ik heb duidelijk aangegeven dat er mens-overstijgend, niet te verklaren kwaad is. Daarvan kunnen mensen slachtoffer zijn of handlangers. Ik zou willen waken om zieke plekken per definitie te verbinden aan mensen.
Via Twitter nodigde je me uit je preek te lezen, waarvoor dank. En je verwachtte ook nog een zinnig commentaar… Eerst wil ik me natuurlijk laten inspireren. Wat ik vroeger al zo aardig vond aan gereformeerde preken is dat je zelf nog kunt inkleuren. Wim doet dat al hierboven. Niet alles is dichtgemetseld en je benadering heeft iets dichterlijks in prozavorm. Zo blijft er ruimte over voor de Geest om mensen individueel aan te spreken.
Je stelt een indringende kwestie aan de orde, maar ontwijkt m.i. enigszins de centrale vraag. Ja, er is hoop voor Gods kinderen, maar loopt de wereld niet op zijn einde? En is jouw hoop werkelijk zo hemels, of verplaats je het hemelse feitelijk naar de aarde?
Het element van terugzien en verbondenheid met aardse zaken is inderdaad een preek op zich. Maar ik hou ervan als een OT tekst of gegeven, strategisch dan wel profetisch, aan een NT tekst of gegeven wordt gekoppeld. Die verbindingen zijn nuttig.
Maar ik concludeer dus dat je e.e.a. voor wat betreft de wereld en de wereldgeschiedenis te nog te rooskleurig voorstelt. Er is momenteel echt wel iets meer aan de hand. Wat gaat er in- of met Iran gebeuren? Is onze olietoevoer in gevaar? Hoe staat het met de euro en de wankele economie van Amerika en China? “Dat wat je kunt kopen voor geld”. Het kwade ligt tegenwoordig echter gewoon op straat en kost geen cent meer. En ja, de schuldencrisis is in dat opzicht illustrtief. Het prijskaartje zit verstopt, de betalingsachterstanden blijken achteraf en de deurwaarder laat helaas niet meer op zich wachten. Me dunkt dat je preek scherper kan, maar kunnen wij arme schapen dat aan? Ik zou het ook niet aankunnen. Niet om vrolijk van te worden. prediking moet weer profetisch en waarschuwend, zonder zwartgalligheid. Ik geef het je te doen.
Dag Paul, dank je wel voor je reactie. De wereld loopt ten einde zeker. Maar de wereld is geen oude fiets die je kunt vervangen door een nieuwe. Jezus Christus sprak over voleinding: de lineaire scheppingsgeschiedenis met een duidelijk begin punt en een eindpunt: wereld-uit-chaos-in-Licht; invulling van de schepping; terugval in duisternis; het leven wordt weer opgenomen in het Licht, nwe Jeruzalem. De fiets wordt dus helemaal opgeknapt, het frame (het fundament) is intact, om in het beeldgebruik te blijven.
Ik voel me niet geroepen om profetisch te spreken over onderwerpen die boven mij uitstijgen en waar ik te weinig verstand van heb. Wel probeer ik te duiden dat Gods oordeel geen vergeefse moeite is, maar verlossing in Christus kent. De toekomst die door Hem ontsloten is, daar zie ik naar uit. Tot die tijd zijn we afhankelijk van Gods geduld tot een ieder zich bekeerd heeft. Die ommekeer is veel belangrijker dan de kredietcrisis, als ik eerlijk ben.
Via Twitter nodigde je me uit je preek te lezen, waarvoor dank. En je verwachtte ook nog een zinnig commentaar… Eerst wil ik me natuurlijk laten inspireren. Wat ik vroeger al zo aardig vond aan Gereformeerde preken, is dat je zelf nog kunt inkleuren. Wim doet dat hierboven al. Niet alles is dichtgemetseld en je benadering heeft iets dichterlijks in prozavorm. Zo blijft er ruimte over voor de Geest om mensen individueel aan te spreken.
Je stelt een indringende kwestie aan de orde, maar ontwijkt m.i. enigszins de centrale vraagstelling. Ja, er is hoop voor Gods kinderen, maar loopt de wereld niet op zijn einde? En is jouw hoop werkelijk zo hemels, of verplaats je het hemelse feitelijk, in een dichterlijke armzwaai, naar de aarde?
Het element van terugzien en verbondenheid met aardse zaken is inderdaad een preek op zich. Maar ik hou ervan als een OT-tekst of gegeven, strategisch dan wel profetisch, aan een NT-tekst of gegeven wordt gekoppeld. Die verbindingen zijn nuttig.
Maar ik concludeer dus dat je e.e.a. voor wat betreft de huidige wereld en de wereldgeschiedenis ‘yet to come’ te rooskleurig voorstelt. Er is momenteel echt wel iets meer aan de hand. Wat gaat er in- of met Iran gebeuren? Is onze olietoevoer in gevaar? Hoe staat het met de euro en de wankele economieën van Amerika en China? “Dat wat je kunt kopen voor geld”. Het kwade ligt tegenwoordig echter gewoon op straat en kost geen cent meer. Dat maakt het zo gevaarlijk en verleidelijk tegelijk. En ja, de schuldencrisis is in dat opzicht illustrtief te noemen. Het prijskaartje zat goed verstopt, de betalingsachterstanden bleken pas achteraf, maar de strenge deurwaarder (wetmatigheid van oorzaak en gevolg) laat helaas niet meer op zich wachten.
Me dunkt dat je preek scherper kan (niet deze per se, maar de nog volgenden), maar kunnen wij arme schapen dat wel aan? Ik zou het zonder hemelse Hoop en Zijn Genade beslist niet aankunnen. Niets in deze wereld (op mondiale schaal) om vrolijk van te worden. Prediking moet weer profetisch en waarschuwend worden, zonder gereformeerde zwartgalligheid van voorgaande eeuwen. Ik geef het je te doen.
Je krijgt me niet in alles mee met je preek. De inleiding is in mijn beleving wat lang en heeft niet overal een direct verband met het kernthema van de preek (wat hebben de top 2000 en de positieve zaken binnen de gemeente te maken met de vraag of de wereld is uitbehandeld?). Op deze manier raak ik afgeleid van de rode lijn in plaats van dat juist dieper in het verhaal gezogen word als luisteraar.
Bij het aanhalen van verschillende bijbelverhalen (verbanning paradijs, Noach, Abraham, Exodus) moet ik als luisteraar wederom associaties gaan maken met andere zaken dan dat ene verhaal dat je wilt vertellen (een associatie met een ander bijbelverhaal is prima, maar het wordt erg ingewikkeld als je er meerdere achter elkaar noemt).
Bij de toepassing van het omkijken van de vrouw van Lot krijg je me ook niet mee. Lots vrouw gaat niet met haar rug naar haar bestemming staan, maar in de haast keert ze – denk ik – alleen haar nek om in weemoed naar de slechte zaken waar haar hart toch wel in enige mate naar uitging. De boodschap verandert mijns inziens als je de nadruk gaat leggen op het afkeren van God, omdat dit niet hetgene is wat bewust door Lots vrouw wordt gedaan. Haar focus raakte afgeleid door wat achter haar was, ze veranderde niet de richting waarin ze ging met 180 graden.
De vraag of de wereld is uitbehandeld komt bij de scene van de vernietiging van Sodom en Gomorra en het omkijken van Lots vrouw niet echt naar voren (tenzij je eindconclusie richting een hopeloze ‘ja’ zou voeren). De scene waarin Abraham bij God pleit voor het behoud van Sodom en Gomorra laat je echter liggen terwijl hier je hoofdvraag perfect tot uitdrukking zou kunnen komen.
Het woord ‘pornaal’ is een onbekend woord dat wat uit de lucht komt vallen, maar je legt het hierna wel uit en het positieve eraan is dat het blijft hangen en taal geeft om te verwijzen naar dat wat geperverteerd is. Eerder in je preek kwam ook het woord ‘petrificeren’ aan de orde wat voor menig gemeentelid een te moeilijk woord zal zijn geweest.
Het laatste deel van je preek is mooi. Toch moet ik ook wel denken: oke, de wereld is niet uitbehandeld, maar in beide teksten waarop je je tekst hebt gebouwd zie ik dat een stad compleet vernietigd wordt en dus wel was uitbehandeld. Je schetst een plaatje van hoop, maar ik kan dit nog niet helemaal matchen met twee verwoeste steden.
De belangrijkste tip op basis van deze feedback is dat je erop moet letten dat de structuur van je preek duidelijk en logisch is. Blijf dicht bij het kernthema en laat alles hier logisch uit voortkomen. De conclusie die je trekt moet uit de Schrifttekst(en) logisch te herleiden zijn.
Nog iets anders: wat is de rol van Christus in dit verhaal? Je noemt Hem even aan het eind van je verhaal: ‘In dat licht nodigt God ons uit tot het feest: een bruiloftsmaal van het Lam. De Bruid, Gods Schepping, en de bruidegom Jezus door wie en voor wie alles geschapen is (Kolossenzen 1).’ Is dit alles waarvoor Christus relevant is bij de vraag of de wereld is uitbehandeld? Juist als je op Christus gaat focussen zie je dat Hij bij dit onderwerp het grote verschil maakt. Christus is de Hoofdpersoon als het gaat om de redding van de wereld en Hij is degene naar wiens wederkomst wij uitzien waarbij een nieuwe hemel en nieuwe aarde werkelijkheid zullen worden.
Hopelijk heb je wat aan deze feedback en ben ik niet te hard geweest.
Hartelijke groet,
Jaap
Dag Jaap, dank je wel voor je reactie! Je geeft een aantal punten waar ik mee verder kan. Ik kan nu wel punt voor punt nalopen wat jij aanreikt. Belangrijkste dat ik meeneem uit je reactie: meer christologie of Christus-gericht-zijn, maar ik wil voorkomen dat Christus te pas of te onpas een doekje voor het bloeden wordt; de inleiding kan korter, maar ik preek in eigen gemeente en ik wilde met gemeente gewoon graag terugblikken; mijn eigen keuzes wat meer verduidelijken.
Verder: ik lees met een bepaalde bril, zoals jij ook doet. Ik maakt keuzes en heb blinde vlekken. Zoals ik al reageerde bij Wim de Bruin, ik wil voorkomen dat de preek topzwaar wordt met allerlei extra’s.
Dank voor het meedenken en meelezen!
Mooi dat je er wat aan gehad hebt en de dingen eruit meeneemt die bruikbaar zijn. Je hebt helemaal gelijk dat je zelf je afwegingen maakt bij wat je wel of niet wilt behandelen en hoe je dit doet. Veel succes en zegen bij volgende preken!
Tjonge, ben ik even blij dat broeder Jaap mijn preken niet recenseert. 🙂
Haha! Als om een reactie gevraagd wordt dan schrik ik hier niet voor terug 😉
Nog even voor de volledigheid, ik maak geen preken. 🙂 Maar zou ik preken, dan…
Ik denk niet dat we veel verder komen met eenvoudige preken, maar een prediking en exegese zijn natuurlijk twee verschillende dingen. Ik denk overigens dat de wereld wel behoorlijk uitbehandeld is. Dat was natuurlijk al eerder het geval (WO II), maar de mondiale dreigingen van u stapelen zich grimmig op. Het lont zit al in het kruitvat, zeg maar. Daar mag best iets van doorklinken in de prediking vind ik.
@ Spoorzoeken
Als je de uitbehandeling van de wereld gelijkstelt met het laatste oordeel dan vraag ik me af of je dit aan kunt zien komen aan de hand van mondiale dreigingen en dergelijke. Het lijkt mij waarschijnlijk dat wanneer Jezus in Zijn eindtijdrede spreekt over allerlei dreigingen dat dit betrekking heeft op de gebeurtenissen rondom de verwoesting van de tempel in 70 na Christus. Iets verderop in dezelfde rede zegt Hij dat het einde komt als een dief in de nacht, dat mensen dan nog gewoon hun normale dingen doen (eten, drinken, trouwen), etc. Wat dit betreft lijken allerlei dreigingen geen goede graadmeter. Bovendien zijn er in het verleden nog wel ernstigere tijden geweest en leven wij nu in een best wel grote mate van vrede, gezondheid en welvaart – zeker in vergelijking met een paar eeuwen geleden.
Verder zijn er voor ons als christenen nog voldoende mogelijkheden om een positief verschil te maken in de wereld en mensen te wijzen op Christus voor redding en verandering van hun leven (en omgeving).
Het is goed om te verlangen naar Christus’ wederkomst, maar het is aan God wanneer dit gebeurt. Bovendien is dan de wereld niet uitbehandeld, maar zal zij juist haar vervulling vinden. Aan de andere kant zal voor sommigen inderdaad gelden dat ze zijn uitbehandeld, maar hier tegenover staat het geduld van God (2 Petrus 3).
Voor de dienst wordt gebeden om de leiding van de Heilige Geest.
In een aantal reacties mis ik de erkenning van het positieve in de verkondiging.
Daarnaast gaat de satan in deze wereld rond als een brullende leeuw.
Wellicht is het van belang deze aanvallen ook in onze samenleving te herkennen.
Secularisatie, moord en doodslag op onze broeders in de islamitische wereld dienen eerder onze aandacht en gebed dan afbraak op onze christelijke beleving en traditie.
Dank aan Robert-Jan voor de wijze van verkondiging.
Gert.