Voor de net verschenen Pensioenkrant van het Pensioenfonds van Predikanten (Prot. Kerk in Nederland) heb ik onderstaande column geschreven. Het moge helder zijn dat (ook) dit pensioenfonds voor grote uitdagingen staat. In mijn column uit ik mijn zorg over de toekomst van het fonds: de dekkingsgraad is redelijk op dit moment, schommelend rond de 104%. Het fonds kan nog aan zijn verplichtingen voldoen. Maar voor hoelang nog?
Ik zou graag ook op de langere termijn willen denken: is het pensioenfonds straks in staat om aan zijn financiele verplichtingen te voldoen?
Daarbij zou ik graag een discussie willen starten over de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Dient de PKN de lijn van de rijksambtenarij daarin te blijven volgen? Of kan de kerk een voortrekkersrol vervullen, door van die lijn af te wijken en de pensioengerechtigde leeftijd eerder te verhogen? Dat is voor mij een belangrijk signaal: solidariteit met de predikanten die dán met pensioen gaan en nu naar verhouding veel premie betalen.
Reacties, ideeën, gedachten zijn welkom.
ds Robert-Jan van Amstel, 5 januari 2012.
Column voor Pensioenkrant Pensioenfonds Predikanten (jan. 2012)
Een klein wolkje aan de hemel
Begin 2011 had ik niet kunnen bevroeden dat ik, bouwjaar 1973, namens de actieve PKN-predikanten lid zou worden van de Deelnemersraad (DR) van het Pensioenfonds Predikanten (PfP). Tot dan was het enige contact met het pensioenfonds de post door de sleuf van de brievenbus met een status-update over de gestage opbouw van het pensioen. Kleurendruk-staatjes met cijfers en percentages, veel getallen en proberen er wijs uit te worden. Onwillekeurig of niet, in mijn hoofd zong algauw de gedachte: “Het zal wel kloppen. Ik heb nog enkele decennia te gaan.”
Tot het telefoontje kwam van collega Wim Barendrecht, voorzitter van de Deelnemersraad. Of ik namens de actieve predikanten zitting wilde nemen. Zo ging het balletje rollen en maakte ik kennis met het leuke team van de DR. Een vliegende start: gelijk werd ik ondergedompeld in leeswerk, omdat het PfP het jaarverslag 2010 wilde afronden en presenteren. Ik las over de dekkingsgraad, beleggingen, herstelplannen – mijn Economie 2-kennis van het VWO-eindexamen werd weer geactiveerd. Al bladerend werden de energie, tijdsbesteding, nodige kennis en verantwoordelijkheid voelbaar die de bestuursleden van het PfP hebben om die circa 1 miljard euro te beheren. Met de pensioenpremies van predikanten en wat de kerkelijke gemeentes bijbetalen dient natuurlijk zorgvuldig omgegaan te worden.
Een belangrijke grafiek in het jaarverslag 2010 valt mij op, getiteld “Aantal actieve en gepensioneerde predikanten”:
De lijn met actieven daalt en die van de gepensioneerden stijgt. De lijnen kruisen elkaar niet in 2025 of in 2017 maar in 2013. Binnen zeer afzienbare tijd zullen er dus meer gepensioneerde predikanten zijn dan actieven: een steeds kleinere groep premiebetalers terwijl het aantal pensioenuitkeringen verder zal stijgen. Het gezonde en barmhartige verstand weet ook wel dat dat eigenlijk niet kan. Het pensioenstelsel in Nederland heeft geen omslagsysteem zoals dat bij de AOW-voorziening van de rijksoverheid, wel leeft bij mij de vraag: hoe worden de predikantspensioenen straks betaald? Hoe is dat voor mij als ik zelf met pensioen ga? Krijg ik dan nog wel pensioen? Zie ik nog iets terug van de premie die ik en de gemeente waaraan ik nu verbonden ben, iedere maand betalen?
De financiële markten, de eurocrisis, bankleningen, Europese Noodfonds, berichtgeving in de krant met koppen als “Snijden pensioen geen taboe meer” en de complexe aanloop om te komen tot een nieuw Pensioenakkoord vormen op zijn zachtst gezegd geen geluidsarme zones. Wat wordt de route in de komende periode van het Pensioenfonds Predikanten? Blijft het fonds zelfstandig of niet? Op welke manier wordt de pensioenregeling houdbaar gehouden? Hoe kan gegarandeerd worden dat de huidige actieve predikanten met een leeftijd van pakweg onder de 40 jaar nog pensioen ontvangen naast hun AOW? En hoeveel is dat dan en wie/wat garandeert dat?
Om het enigszins betaalbaar te houden en omdat de levensverwachting onder predikanten hoger is dan het Nederlands gemiddelde, zou ik de Bond van Nederlandse Predikanten, het Georganiseerd Overleg Predikanten (GOP) en Generale Synode van de Protestantse Kerk en in Nederland op het verstandige, barmhartige hart willen drukken om te overwegen de pensioenleeftijd van predikanten op korte termijn te verhogen. Niet de lijn volgen van de rijksambtenarij, maar als voorbeeldfunctie en statement naar de samenleving. Met de keuze aan de predikanten zelf om eerder met pensioen te gaan en dus minder pensioen ontvangen.
Is het te ambitieus om 2020 de pensioenleeftijd op 70 jaar te krijgen? Misschien reik ik nu naar net te hoog fruit in de Wijngaard, zie ik te snel een klein wolkje aan de hemel (1 Koningen 18, vers 44), maar ik vind het van groot belang dat de Synode en andere verantwoordelijken niet langer wachten om deze op termijn gordiaanse knoop door te hakken.
ds Robert-Jan van Amstel
Predikant GK Barendrecht (PKN), sinds 2011 lid van de Deelnemersraad
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.