In de maand november ben ik wat meer bezig met vragen rondom leven en dood. De hoeveelheid zonlicht neemt zichtbaar af. De nachten worden langer. De vergelende bladeren vallen massaal van de bomen. Alles wordt kaal en trekt zich terug in een soort van winterslaap. In de etalages van winkels en op straat wordt bijzonder veel gedaan om het gemiste levenslicht te compenseren.
Vallende blaadjes
Ook in mijn eigen hoofd lijken de herinneringen aan recente gebeurtenissen en ontmoetingen of al wat verder terug als blaadjes naar beneden te vallen. Met name als ik denk aan wie ik mis, mensen die niet meer in mijn leven zijn en toch veel voor mij betekend hebben. Een stemgeluid van iemand dat ik hoor als echo uit een verleden. Woordgrapjes, woordkeus, woordgebruik van een markant iemand – ze klinken niet meer. Dat maakt me weleens verdrietig. Sommige mensen en dingen komen nooit meer terug.
Ik ben wat op de melancholische toer. Het overkomt me. Ik laat het toe. Blijkbaar hoort dat ook bij mens-zijn. Het is niet altijd licht en goedgemutste vreugde. Er zijn ook andere kanten die bij een mens horen: gemis, donkerte, verdriet. Het kan bij jou zelf zijn. Of in de straten van Gaza of een kapotgeschoten dorp in Oekraïne. Of in de gesloten afdeling van een GGZ. Of in een bed van een hospice. Die gevoelens van plus en min komen elkaar tegenkomen al dan niet botsend.
Rouwstoet
Ik denk aan een treffend Bijbelverhaal waar deze ontmoeting van emoties elkaar kruisen. Er gebeurt zelfs een wonder. Je kunt een en ander lezen in Lucas 7, vers 11 t/m 17. Van de ene kant komt een rouwstoet. De dode moet begraven worden. Alleen: hier zien we een moeder die afscheid moet nemen van haar zoon. Dat is het leven op z’n kop. Toch gebeurt het, dat de dood ineens binnen kan treden, ongenadig.
Aan de andere kant komen we een levensstoet tegen met voorop Jezus van Nazareth. Een lange sliert van mensen volgt Hem, omdat Hij woorden van leven sprak die ze indronken met groot verlangen. Misschien zie je jezelf lopen in de ene of in de andere stoet.
Beide stoeten komen elkaar tegen op een doodgewone dag – leven tegenover dood, rouw tegenover vreugde, geheelde tegenover gebroken harten. Ineens zegt Jezus tegen de rouwende moeder: “Stop met huilen”. De rouwstoet komt tot stilstand. Het wordt nog indringender: Jezus raakt de dode aan.
Licht!
In het Grieks lezen we het woord haptomai. Dat kan ook vertaald worden als “een licht ontsteken”, ofwel een lamp aandoen. Jezus, het Licht van de wereld, raakt de donkerte van de dood aan en er wordt leven geboren. Net zoals God deed ruim voor onze jaartelling – “Er zij licht!” en de babyhuid van moeder aarde kreeg kleur op de wangen. De duisternis moet zijn nieuwe plaats weten.
De aanraking van Jezus wordt gevolgd door een woord: “Jongmens, hoor Me: sta op.” De levensstoet ontmoet de rouwstoet en op dat kruispunt in de stad Naïn staat de jonge mens op. Marten Kamminga heeft over dit verhaal een lied geschreven en daar citeer ik een paar regels uit:
“Het doodsmoment zet hij [Jezus] weer om in leven
Hij laat mij zien dat God het anders wil.
Dat er geen grenzen zijn in Gods gedachten
Onze beperking is maar aardse schijn
Wij mogen leven met de Opgestane
Hij gaat met ons zodat we worden wie we zijn.”
Sprankje hemel
Een doodgewone dag wordt bijzonder levendig. Waar de emoties van gemis en verdriet die van goedgemutste blijdschap elkaar kruizen, is daar die aanraking door het licht, een sprankje hemel. Het besef wordt geboren dat we uiteindelijk allemaal achter Jezus aan gaan als een levensstoet, een spoor van licht en liefde. Delen in ontferming, vrede, vriendschap en heil, zelfs op een doodgewone dag.
ds Robert-Jan van Amstel, 23 november 2023
(bovenstaande tekst is gepubliceerd in het kerkblad Samenspel, november 2023, een uitgave van de Gereformeerde Kerk Putten.
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Wowwww, wat een mooie blog heb je geschreven! Alles zit erin en zo passend in de tijd.