“Ja, de huidige tijd. Het gaat mij allemaal veel te snel. Alles moet via de computer. Belastingaangifte via internet. Mijn kleinkinderen zijn alleen nog te bereiken via hun telefoon. De mensen zijn alleen maar met zichzelf bezig. Die gebogen hoofden turend op kleine schermpjes in bushokjes, bij het zebrapad, in de kantine van scholen. Hoe de mensen zich tegenwoordig kleden met van die scheuren in spijkerbroeken – heeft u gezien hoe rood de knieën zijn tijdens een koude dag op de fiets? Op witte gympen naar begrafenissen komen. Dat kán toch niet? Nee, vroeger was het beter. Toen hadden we tenminste oog voor elkaar, normen en waarden.”
Brompot
Ik citeer niet een oude brompot, mocht die indruk zijn ontstaan. Ik heb wat flarden van gesprekken bij mensen thuis of tijdens het koffiedrinken na de kerkdienst hierboven weergegeven. Dat ene zinnetje bleef bij mij hangen: Vroeger was alles beter.
Waar de kinderen van nu opgroeien met beeldschermen, internet, smartphones, digitale reclameborden etc. hebben de ouderen behoorlijk wat veranderingen mee gemaakt.
Zegeningen
Ik ben het eens gaan vragen aan wat 90plussers, waaronder mijn oma van 93 die nog steeds onder de levenden is. De televisie was een hele grote verandering. De Tv-serie Floris in zwart-wit. Buurtkinderen die samenklitten voor het Tv-scherm. De eerste auto waar mijn oma in reed was een Daf.
De komst van de wasmachine. Wat te denken van de de videorecorder die uiteindelijk is geëvolueerd in online terugkijken via de cloud. De computer, dus geen geklier meer met Tipp-Ex en de typmachine en de wereld aan je voeten.
In een paar generaties is zoveel veranderd. CO2-uitstoot, klimaatverandering, plastic soep in de wereldzeeën, we gaan van het gas af. De zegeningen van jaren geleden worden de nieuwe vloek, zo lijkt het wel.
Draaikolk
We bevinden ons in een draaikolk van alles en nog wat. We krijgen op een presenteerblaadje wat er speelt in de wereld; binnen no-time zie je de eerste beelden. Het coronavirus is op de voet te volgen. Je weet precies hoeveel besmette mensen er zijn, hoeveel inmiddels overleden.
Zouden we echt terug willen naar het overzichtelijke tijdperk van de spruitjeslucht en de Brylcreem, bij wijze van spreken? Het blijft een eeuwig spel bij mensen: nostalgische gevoelens, de geur van vertrouwdheid en veiligheid. Tegelijk wil je niet loslaten het moderne en het nieuwe dat de samenleving met alle wetenschap ooit begonnen is.
Want eerder dit jaar sprak ik een gemeentelid van onze kerk die een zeldzame aandoening heeft. Ze krijgt medicijnen die erg duur zijn. 10 Jaar geleden had ze haar ziekte niet kunnen overleven. Nu wel. De vooruitgang in kennis en wetenschap komt ons allen ten goede.
Vroeger was alles beter, dat zeiden ze vroeger ook al.
We kunnen ook zeggen: “Nu is alles beter”.
Anderen zoals christenen, zeggen graag: “Straks wordt alles beter”.
Eenvoudig schepsel
We gaan even bladeren naar het boek Prediker. De auteur, door de wol geverfd en vol levenservaring, schrijft een paar relativerende woorden:
“De mens is maar een eenvoudig schepsel” (Prediker 7, vers 29).
Ofwel, maak je niet te druk. Je leeft nu. Leef met een wijs hart. Geniet van de goede dagen (vers 14a). Als de dagen slecht zijn, weet dan dat God er ook bij is; je ballast en je littekens zijn Hem bekend. Waarom zou je je hersenenergie verbruiken aan gissen en tasten? Je bent als mens niet in staat om alles te overzien. Laat dat maar aan God over. Uiteindelijk is Hij schepper van hemel en aarde, Schepper van jouw leven.
Goede en kwade dagen
Ik vind dat heerlijk overzichtelijk. Prediker heeft iets Rotterdams, vind je niet? Niet te veel praten, gewoon doen: bezie het werk van God (vers 13a). Kijken, waar is God mee bezig in je dagelijks leven. Wat in je dagelijks leven kun je koppelen aan God? God is erbij in goede en in kwade dagen. Geen seconde gaat verloren. Bij Hem staat elk leven, ook dat van u, jou en mij in hemels verband. Onze weg, hoe bochtig ook, loopt niet dood.
Neus
De wijze Bijbelaar zegt tot slot dat het van weinig wijsheid getuigt wanneer je tegen jezelf zegt, dat vroeger alles beter was (Prediker 7, vers 10). Want:
“Geen mens kan in de toekomst zien.” (Prediker 7, vers 14b)
Stel je voor, dat je jong was (of bent) en dat je toen (of nu) al zou weten waar je nu woont of gaat wonen, nu bent of zal zijn en nu leeft of zal leven. Vroeger was het misschien beter, dat kan. Maar als je zo kijkt, dan blijft je neus in het verleden. God heeft liever dat je je neus naar voren houdt, Hem achterna.
Je bent wijs als je zo leeft en geniet van het nu.
Robert-Jan van Amstel, 29 februari 2020
(bovenstaande tekst is opgenomen in het kerkblad Kerkvenster, maart 2020, uitgegeven door de Protestantse Gemeente Alexanderkerk te Rotterdam; ik heb in mijn blog hier en daar wat aangevuld en aangepast)
Zoek je contact?
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.