Deze herinnering staat gebeiteld in mijn geheugen, al is weer een jaar of wat geleden. Dat zal je vast wel herkennen: bepaalde ervaringen en gebeurtenissen komen je steeds voor ogen, soms op de meest onverwachte momenten. Nu, ik was in het VU-ziekenhuis op de afdeling hartbewaking. Ik had eerder bericht gekregen dat de man van in de 50 een zware hartaanval had gehad en nog een kleinere daarna. Nadat ik me had gemeld bij de balie van de Intensive Care werd ik door een vriendelijke zuster gebracht in de eenpersoonskamer.
Een ruimte waar van alles zoemde. Beeldschermen met kronkelige lijnen in diverse kleuren: bloeddruk, aantal hartslagen per minuut, zuurstofgehalte in het bloed. Luchtbewegingen (pssss en fffff). Tig kastjes met allerlei lampjes en zakjes met medicijnen. Buizen en buisjes. Dunne en dikke draadjes gingen gebundeld zo het bed in.
Daar lag hij. Ik zei: “Goedemorgen. Ik kom even bij je.” Ik pakte een plastic uitklapstoeltje en ging rechts van hem zitten. Hij kon niets zeggen vanwege een dikke beademingsbuis in zijn mond.
Af en aan kwam een zuster kijken of de verschillende medicijnen nog aangevuld moeten worden. Natuurlijk wierp ze een oog op al die machines die deze mens in leven houden. Want kon hij het even niet zelf meer. Ik keek hem zo aan en zei: “Hoe is het?” Tegelijk beet ik op mijn tong, want hij kon niet praten. Hij keek wel met zijn ogen en gaf een knipoog.
Wat doe je als je niet kunt praten met de ander, wetende dat de ander je wel hoort en bewust is van je aanwezigheid? Moet je gaan praten? De boel gezellig maken? Het blijkt vaak genoeg te zijn voor de ander als je er gewoon bent. Af en toe oogcontact. Iets vertellen wat je bezighoudt. En vooral stilte.
Tijdens die langere momenten van stiltes, kwam het lawaai van de beademingsmachine pssss en fffff , de piepjes van diverse andere apparaten heel dichtbij. Hier hoorde ik hoe het hart bewaakt wordt. Bij het horen en zien van al die apparatuur bedacht ik me: “Als ik de letter k in het woord bewaken vervang door de letter r?” Het hart wordt bewaard… Dat bracht me bij een bepaald vers uit de bijbel. Mijn zakbijbel haalde ik uit mijn jas en las hem het vers voor:
“Van alles waarover je waakt, waak vooral over je hart, het is de bron van je leven.” (Spreuken 4, vers 23)
Nu doen die machines dat: zij bewaken je hart. Allerlei robots die de wacht houden en bij het minste of geringste subtiel alarm slaan.
Het woord waken heeft in het Hebreeuws, de taal van o.a. het Bijbelboek Spreuken, ook iets van bewaren. Machines bewaken het hart. Ik geloof dat God het hart bewaart. De bron van alle leven die we God noemen, bewaart die wonderlijke spier en bloedpomp in je lichaam. Ik zei dat zo tegen de man in het ziekenhuis.
De ogen van de man begonnen te lachen, een heldere blik, een twinkeltje.
Hij stak zijn duim op.
Hij sprak met zijn hart zonder een woord te wisselen.
ds. Robert-Jan van Amstel, 30 oktober 2016
Deze tekst is opgenomen in het kerkblad “Kerkklanken” (nr.6, 2016) van de Protestantse Gemeente Zunderdorp.
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Mooi Robert-Jan! Zijn hart is hoe dan ook bewaard. Hoe gaat het met de patiënt?
Hij was wonderwel snel weer op de been.
Wat een ontroerend verhaal, ik moet hierbij denken aan mijn schoonzusje die is anderhalf jaar geleden de hele trap afgevallen terwijl ze naar het toilet ging in de nacht. Sloeg met hoofd tegen kapstok en lag bewusteloos op de grond. 2 nekwerfels gebroken en nog een aantal nare dingen. Ze heeft heel slechte longen
door heel lang 50 jaar gerookt te hebben, Ook dat werd haar fataal met de val.
Kwam op intensive care ook alles met slangen buisjes veel dingen die jij beschrijft en kon ook helemaal niet meer praten. Daar lag ze hulpeloos alleen als mijn broer of bezoek weer wegging. Ik zelf heb dit van horen zeggen en niet gezien. Wat lijkt het me mooi om zulke woorden aan iemand te kunnen zeggen als jij gedaan hebt.
Stel dat ik dat voor haar had kunnen doen dan weet ik niet of ze net zo mooi gereageerd zou hebben als die meneer omdat ze niet gelooft in een God. Maar denk wel dat de LIEFDE van God zo groot is dat HIJ ook haar hart bewaard heeft
want het was kantje boord. Nog lang revalideren en gaat nu met overblijfselen van alles door het leven. Ik denk nu toen ze daar zo alleen lag niets kon zeggen zou God misschien toch in haar gedachten zijn geweest ze is wel gelovig opgevoed.
Was die meneer wel gelovig? Ik vraag het omdat ik denk zou ik eens aan haar kunnen vragen wat er toen in haar omging. Ik zit daar voor mezelf mee hoe kan je daar nou mee omgaan als iemand niet gelooft in God er toch over beginnen het ligt bij mij dat ik er geen weg mee weet, bang voor de reaktie. van Betty
Ja, de meneer die ik bezocht heb, is gelovig. En heeft voor zichzelf opnieuw de kracht van God ervaren in zijn leven.