Anno 2025 voelt de wereld waarin wij leven als een constante stroom van verandering: oude zekerheden verdwijnen en nieuwe ideeën en vormen komen ons via allerlei kanalen tegemoet. Dat gevoel is niet nieuw, want geschiedenissen lijken zich te herhalen. Of ik denk aan een woord van Prediker dat wat er is, er al lang was. “God haalt wat voorbij is altijd weer terug” (Prediker 3, vers 15 NBV21)
In het Museum Catharijne Convent is t/m 15 juni van dit jaar de tentoonstelling “Tussen hemel en oorlog” te bezoeken. De eerste zin op de website van het museum klinkt wervend:
“Kom genieten van de mooiste moderne kunst uit het interbellum.”
Het museum heeft een waardevolle expositie in elkaar gezet vol van kunst gemaakt in die genoemde periode tussen de twee grote wereldoorlogen, grofweg van 1919 tot 1939. Het interbellum is een tijd van onrust en verandering. Dat alles vindt zijn weerslag in hoe kunstenaars hun werk boetseren, kleien, schilderen, tekenen, hakken, schuren en timmeren.
Beurskrach
De Eerste Wereldoorlog, de ‘Grote Oorlog’ van 1914 tot 1918, is net voorbij. Miljoenen mensen zijn omgekomen. Landen liggen in puin en het optimisme vol individuele vrijheid van vóór 1914 is verbrokkeld. Mensen voelen zich verloren, teleurgesteld en angstig voor de toekomst. Bovendien borrelt een grote economische crisis omhoog, de Grote Depressie de begon met de beurskrach in 1929. Overal steken nieuwe en soms gevaarlijke politieke ideeën de kop op, zoals het communisme en het fascisme die vooral God buiten spel zetten.
Beeldtaal
In zo’n wereld vol schokken en onzekerheid gaan kunstenaars op zoek naar nieuwe manieren om uit te drukken wat ze zien en ervaren. De nette, realistische schilderijen en beeldhouwwerken die het publiek gewend is, lijken voor velen niet meer te passen bij de harde, verwarrende realiteit. Tradities worden losgelaten, gewoonten en wat de kunstcriticus wil zien, aan de kant geschoven. Zeker, de hang naar traditionele kunst blijft bestaan onder bepaalde kunstenaars. Toch is die beeldtaal voor de nieuwe lichting niet meer toereikend. Radicaal nieuwe vormen worden bedacht, net zoals God radicaal doet in Genesis 1. Te midden van alle vormloosheid en duisternis, roept God licht waarmee een nieuwe ordening van leven zich ontvouwt.
Schilders beginnen bijvoorbeeld te werken in stijlen die we nu ‘expressionisme’ noemen. Daarbij ging het niet meer om het precies natekenen van de werkelijkheid, maar om het uitdrukken van gevoel, vaak heftige gevoelens zoals angst, verdriet of woede. De kleuren zijn feller en onnatuurlijker, de vormen soms hoekig en vervormd. Denk aan een schilderij dat niet zozeer laat zien hoe een stad eruitziet, maar hoe onrustig de schilder zich kan voelen in die stad.
Andere kunstenaars gaan nog verder. Surrealisten proberen dromen en het onderbewuste te schilderen dat leidt tot vervreemdende, onlogische beelden. En weer anderen laten de herkenbare werkelijkheid helemaal los en maakten abstracte kunst, met alleen vormen, kleuren en lijnen.
Religie en spiritualiteit
Al lijkt de moderne kunst in het interbellum bol te staan van seculier kijken en denken, de tentoonstelling in Museum Catharijne Convent laat overtuigend zien dat religie en spiritualiteit wel degelijk aanwezig zijn in de interbellumse kunst. In het boekwerk getiteld “Tussen hemel en oorlog. Kunst en religie in het interbellum” (Waanders Uitgeverij Zwolle, 2025) dat gepaard gaat met deze tentoonstelling, wordt bij verschillende kunstenaars en stromingen aangeduid hoe christelijk geloof en mystiek een rol spelen in hun kunst, sporen van waarheid, gebrokenheid en een al dan niet bewust verlangen naar de Schepper, God Zelf.
God waarschuwt
Eén kunstwerk laat ik graag hier zien in ons blad: ‘Dieu Avertit” (vertaling: God waarschuwt), van de Rotterdamse Adya van Rees-Dutilh. We zien een weefkunstig en stoer wandkleed van wol en jute uit 1929. Het kunstwerk maakt deel uit van Collectie Textielmuseum, nu dus te zien in Museum Catharijne Convent.

Adya (1876-1959) van Rees vormde met Otto (1884-1957) en een avant-garde kunstenaarskoppel. Na wat omzwervingen wat betreft zingeving en spiritualiteit en vanwege de 1e Wereldoorlog bekeren zij zich tot het rooms-katholicisme. Ze laten zich dopen. Ze maken zich zorgen over de wereldproblematiek zoals de beurskrach en het toenemende nationalisme. Het verlies van hun dochter door een ernstig treinongeluk heeft grote invloed op haar geloofsleven. Adya leeft meer en meer strikt volgens de kerkelijke richtlijnen. Ze stelt zich afhankelijk van Gods wil. Haar kunst verandert van abstract zoals het kubisme en futurisme naar realisme met een hang naar klassieke kunst.
Eva
De bloem op de voorgrond staat symbool voor het stekelige, voor de distels en doornen die de aarde zal voortbrengen na de zondeval. Links zien we God die met Zijn vinger Eva waarschuwt. De houding van Eva is opvallend: ze wordt niet afgebeeld als bescheiden en onderdanig, maar eerder als een femme fatale. maakt zichtbaar, dat ze geniet van het rijk gevulde Paradijs. We zien een schaal voor vruchten waar de linkerarm van Eva naar reikt. Direct rechts voor ons als kijker zien we een donker figuur. Hij kijkt genoegzaam naar beneden. Dat is de duivel zelf. Hij zal alles gaan verknoeien met aanbieden van deze schaal van vruchten. Adam met zijn gezicht recht onder dat van de duivel kijkt teleurgesteld. In zijn hand heeft Adam goede gaven, maar Eva negeert die.
Kunst die de tijdgeest vangt, een spiegel vormt voor de mens, sterker is dan de klok en helpt bij de spirituele zoektocht naar God, blijft van onschatbare waarde. Ga dat zien in Utrecht.
Robert-Jan van Amstel, 21 mei 2025
(bovenstaande tekst is eerder gepubliceerd in het blad Confessioneel-Credo)
Ontdek meer van [ iBelieve ]
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.